Overweging
Ik denk dat het niet voor zal komen dat er iemand naar mij toekomt en zegt; Ik ga een nieuw huis bouwen en wat vind jij waar ik beslist aan moet denken. Maar als het wel gebeurt zal antwoord zijn; Zorg voor een royale keuken met alles er op en er aan, maar vooral met een grote tafel en veel stoelen. Want nergens komen zulke goede gesprekken tot stand dan aan een keukentafel. Zij of hij die kook of voor iets anders zorgt kan ook aan de gesprekken meedoen en hoeft zich niet buitengesloten te voelen.Had Martha maar zo’n keuken gehad, dan had zo niet jaloers op Maria hoeven zijn. Naar het thema van vandaag hoef je niet lang te zoeken. Dat ligt er duimendik bovenop. Zowel in de eerste lezing als in het evangelie.Het gaat duidelijk over gastvrijheid. Abraham is een typisch voorbeeld van joodse gastvrijheid. En van Martha kan je hetzelfde zeggen. De gast staat bij hen beiden duidelijk centraal. Abraham zet al zijn personeel, zelfs zijn vrouw Sara, aan het werk om de gasten ter wille te zijn. Ook Martha wordt helemaal in beslag genomen door de drukte. Ze wil haar gast zo goed mogelijk bedienen. Ze zorgt voor alles, is bang ook maar ergens  in te kort te schieten. Ze is dan ook kwaad op haar zus, die daar zomaar aan de voeten van de gast gaat zitten. Om naar Hem te luisteren. Ook Martha zou dat graag willen, want ook zij weet dat deze Gast heel wat te vertellen heeft. Maar voor de vrouw is in haar ogen een andere taak weggelegd. Toch kan ze het niet laten de Heer te vragen zijn oordeel over de houding van Maria uit te spreken. En dan wordt Jezus ook haar leraar. Hij geeft haar les in ware gastvrijheid. De kern van deze les is: Vraag je af, wie is gast, wie gastheer? Martha beschouwt zich als gastvrouw en de Heer als gast. Maria voelt het omgekeerde, zij is gast bij de Heer. Daarom zit ze ook aan zijn voeten. Eén en al oor. In Jezus woont het Woord Gods. Of zoals de evangelist Johannes zegt: In het begin was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. Het Woord is in de wereld gekomen en spreekt. Het verzamelt mensen om zich heen. Is gastheer. Kom, luister. Wie oren heeft die hore. Het initiatief gaat dan volledig uit van de Leraar. Hij roept, nodigt uit, ontvangt. Maria heeft dit goed begrepen en is als een leergierige leerling aan zijn voeten gaan zitten. Luisteren is toch ook een vorm van dienen? Is luisteren niet jezelf inhouden, reacties achterhouden, nog maar even wachten met wat te zeggen? Luisteren houdt ook in dat je keert naar de ander, met heel je wezen. Tot nu toe spreken we over twee personen. Martha en Maria. Is het niet zo dat de opstelling van deze twee vrouwen vaak beide in ons aanwezig is? Hebben ook wij niet de ervaring dat als we onverwacht gasten krijgen, we vaak in tweestrijd verkeren. Wat moet ik nu eerst doen, me bezig houden met de verzorging van de inwendige mens. Koffie zetten, eten voorbereiden. Of eerst maar eens bijpraten? Het ene kan niet zonder het andere. Martha en Maria samen geven een beeld van de mens, ook van de gelovige mens. Het gaat in dit verhaal over meer dan alleen maar de gastvrijheid. Bij de voorbereiding van deze overweging las ik een artikel over een ervaring  die in verband werd gebracht met het verhaal van deze twee vrouwen. De schrijver vertelt over zijn bezoek aan een kapel in een klein Normandisch dorpje. Een kleine kapel in een grote oude abdijkerk. In deze kapel staat een groot Christusbeeld, dat is nog niet zo vreemd, maar dit beeld wordt uitsluitend omringd door zes beelden van heilige vrouwen. We beseffen vaak te weinig hoe belangrijk de vrouwen, zeker ook voor de Heer, zijn geweest. We kennen allemaal de twaalf apostelen, maar vergeten de vrouwen die de Heer volgden. Vrouwen die, zo horen we van de evangelisten: “hen uit eigen middelen verzorgden”. Kennelijk was er, als het aan de mannen alleen gelegen had, niet genoeg brood op de plank. Hiermee wordt de plaats van de vrouw in de kerk, een toch nog vaak gemarginaliseerde plaats, in een ander daglicht gesteld.

Daarom is het óók belangrijk dat we vandaag dit verhaal van Martha en Maria lezen. Het is dan ook een beetje pijnlijk dat er zo snel oordelend gesproken wordt over de rollen van deze twee vrouwen. Martha de uitsloofster en Maria de wijze, luisterende vrouw. Zeker de rol van Martha mag wel wat opgewaardeerd worden. In het jodendom is de keuken een heilig terrein. Als een vrouw niet in staat is de joodse huishouding te voeren, zijn mannen met al hun vroomheid nergens. En het is de vrouw die het geloof doorgeeft. Een joodse vader is niet genoeg, de joodse moeder wel, wil het kind van beiden jood of jodin zijn. Martha lijkt zo dan ook de behoedster van het actieve geloof, de orthodoxie. Later spreekt ze, we lezen dat in het evangelie van Johannes, de schitterende geloofsbelijdenis uit: Heer, ik geloof dat Jij de Messias bent, de Zoon van God die in de wereld gekomen is. De belijdenis die staat. Je kunt er een kerk op bouwen. En dan Maria. Die luistert naar het nieuwe, ze verstaat het en verbaast zich. Ze verbaast zich over de rijkdom van het geloof. Ze beseft zich dat de mens niet leeft van brood alleen, maar van alle dingen die voortkomen uit de mond van God. Martha en Maria, twee vrouwen die ons wijzen op essentiële zaken in ons geloofsleven, volhouden in trouw en je open stellen voor het nieuwe. Orthodoxie en vernieuwing, ze zijn allebei nodig willen we het geloof overdragen aan de komende generaties. De kerk zal niet kunnen bestaan als er geen Martha’s zijn. Vrouwen en mannen die stug door blijven gaan met de gewone dingen die gedaan moeten worden in de wereld waar ieder zijn verantwoordelijkheid voor draagt. Maar de kerk zal de vonk, de geestkracht missen als er geen mensen als Maria zijn. Vrouwen en mannen, jong en oud, die durven horen wat nog niemand gehoord heeft en durven doen wat nog niemand gedaan heeft. Maria inspireert Martha vanuit haar beschouwing. Martha zal op haar beurt Maria vanuit haar concrete levenservaring bijsturen. Samen zullen ze dan een weg door het leven vinden waarop beiden gelukkig zijn. Een weg die ook wij moeten gaan, luisterend naar de Heer en werkend om zijn Woorden in het dagelijks leven gestalte te geven.