Overweging
‘Aan ieder die heeft zal gegeven worden, zelfs in overvloed. Maar wie niet heeft, hem zal zelfs wat hij heeft nog afgenomen worden. Lieve mensen, het lijkt wel of Jezus hier spreekt over de werkelijkheid van vandaag. Het klopt immers helemaal wat hij zegt: de rijken worden elke dag rijker, vaak over de rug van de armen, de armen worden elke dag armer. Precies zoals geschetst in de parabel: De knecht die al tien talenten heeft, krijgt er nog het talent bij van de knecht die maar één talent heeft. Dat is de keiharde reactie van de heer die al zijn talenten toevertrouwd heeft aan zijn drie knechten. De ene heeft er vijf gekregen, de ander twee en de derde één. Dat laatste lijkt misschien weinig, maar zo is het niet. Integendeel. Een talent is een muntstuk met ontzaglijk veel waarde. Het komt neer op zesduizend daglonen. Omgezet naar vandaag gaat het om dertig jaar werken, dus om veel meer dan een miljoen euro. Die met zijn vijf talenten heeft dus het loon van honderdvijftig jaar werken gekregen en dat gaat dus om heel veel miljoenen.

Maar het gaat in de parabel niet over geld. Nee, het gaat over wat de knechten beginnen met de talenten die hun heer hun heeft toevertrouwd. Ze krijgen die talenten dus niet in hun bezit, maar in leen. En ze krijgen er geen opdracht bij. Maar het is wel duidelijk dat de heer verwacht dat ze er goed mee zullen omspringen. Dat ze al die talenten niet zullen verbrassen aan drank en drugs en andere domme en verwerpelijke dingen. Merkwaardig is ook dat de heer aan de eerste twee niet vraagt wat ze er mee gedaan hebben. En hoe ze zoveel winst gemaakt hebben. Nee, hij beloont hen direct voor hun resultaat. “Ga binnen in de vreugde van uw heer”, zegt hij. De derde knecht heeft er echt niets van gebakken. Hij heeft het geld zelfs niet op de bank gezet. Nee, hij heeft het in de grond gestopt en hij krijgt een heel andere reactie. Hij wordt letterlijk in de duisternis geworpen. Daar waar geween is tandengeknars. En dat zijn woorden die we laatste weken al een paar keer hebben gehoord.

Zoals altijd is het goed ons af te vragen waar wijzelf staan in het verhaal. Wat brengen wij terecht van de talenten die we in bruikleen gekregen hebben? En onze talenten, dat is geen geld. Nee, veel meer. We krijgen de aarde, de wereld, de natuur in bruikleen. En behandelen we die met de nodige zorg en met het nodige respect? Of dient de aarde alleen voor ons genoegen en plezier? Doen we door onze bezits- en plezierdrang mee aan de vervuiling van de aarde, ook al weten we dat we ze daarmee vernietigen en dat we op die manier onze klein- en achterkleinkinderen van een leefbare wereld beroven. Let wel, ik beschuldig hier niemand, ik spreek hier niemand persoonlijk aan.  Ik stel alleen maar een aantal vragen ter overweging.

En de aarde is niet het enige wat we in bruikleen hebben gekregen. Heel ons leven, onze geest, onze familie, onze ouders en kinderen en zo kan ik nog wel even doorgaan. Niets is ons eigendom, alles en iedereen is bruikleen. Zorgen we goed voor ons lichaam. Besteden we genoeg tijd aan onze naasten, aan de mensen in nood. En ook hier kunnen we blijven doorgaan met opsommingen. Ons telkens afvragen welke van de knechten we zijn, die twee die zich inzetten, of die derde die zo lui en besluiteloos is dat hij alleen aan zichzelf denkt en niets doet.

En wat we ons ook af moeten vragen is of we even hard zijn als die heer die oogst wat hij niet gezaaid heeft en die zwaar straft aan wie niet aan zijn eisen voldoet. Gelukkig is dat geen beeld van onze God, want die is vol liefde en vol barmhartigheid. Aan wie spiegelen wij ons. Aan God of aan die keiharde heer uit de parabel? Eisen ook wij veel van onze medemensen en verstoten ook wij iedereen die niet aan onze eisen voldoet? Staan ook wij altijd klaar met onze veroordelingen. Of nemen wij aan dat er mensen zijn met minder talent dan anderen, misschien ook met minder talent dan wijzelf?

Beste mensen, Jezus heeft ons voorgeleefd hoe wij om moeten gaan met talenten die wij van God in bruikleen hebben gekregen. Net als zijn Vader in de hemel is Hij liefde, vrede en barmhartigheid. In Hem geloven wij en we mogen de rijkdom van dat geloof niet begraven om er niets mee te doen. Nee, we moeten net als Jezus, die rijkdom inzetten in de opbouw van een betere en schonere wereld voor onszelf en voor onze medemensen.

Paus Franciscus heeft een paar jaar geleden gezegd: “Christenen zijn de ziel van de wereld. Ze zijn de bouwstenen van dialoog, saamhorigheid, ontwikkeling en vrede.”
Waarop wachten wij dan nog om de talenten die we van onze God in bruikleen hebben gekregen voor al dat moois te gebruiken.