Inleiding en overweging

U bent van harte welkom, zoals altijd, om samen met ons de zondag te vieren. Vandaag wordt de gebedsweek van de eenheid van de christenen afgesloten, officieel dan.. want ons gebed zal doorgaan.
En na de openbaringsfeesten, Kana vorige zondag was de laatste, is het de eerste “gewone” zondag. Wij mogen heel dit Lucasjaar met Jezus Christus mee optrekken, met Hem leven, ervaren waar het Hem om gaat.

Maar ik begin met een parabel, geschreven door Carlos Mesters, Karmeliet, priester, onvermoeibaar werker onder de armen in Brazilië. Met hen die geen stem krijgen.
Hij schrijft :
“De feiten van het leven, de gebeurtenissen van elke dag, die er zo plaatsvinden, dit alles is voor mij als een gebroken schilderij, uit elkaar gevallen in ontelbare stukken, waar geen verband noch eenheid tussen te zien is. Het Gelaat (schrijf ik met een hoofdletter)dat er op stond afgebeeld is niet meer herkenbaar. Het schilderij was al gebroken toen ik geboren werd. Ik ken het Gelaat niet. Ik heb het nooit gezien. Maar  tóch weet ik dat het bestaat, want ik zie nog zijn trekken, verscheurd en geschonden in de brokstukken van het leven. Het moet een heel mooi Gelaat zijn, want zelfs verscheurd, zijn zijn trekken nog zo rustig, gelaten en zo aantrekkelijk, dat het bij mij heimwee oproept.
Veel mensen zijn op allerlei manieren bezig het schilderij te herstellen Omwille van het schilderij? Omwille van het Gelaat?
Toen dacht ik bij mijzelf: ik ga meedoen en proberen het verscheurde leven weer heel te maken. Ik verlang er naar het Gelaat te zien. En iets in mij zegt, dat het een keer gaat gebeuren”
Tot zover even Mesters, vrij geciteerd.

Op deze zondag mogen we samen iets ontdekken van het Gelaat, in wat Fons altijd zo treffend aankondigt: de boeken van de Traditie en onze wereld. Mag dit een goede zondag zijn…

Overweging
*Het lange citaat waar ik mee begon, heeft relatie met de prachtige lezingen van zojuist. Allereerst: deze zondag heet ook “Het feest van het woord”. Dat zal u niet verbazen. De eerste lezing van Nehemia, eigenlijk Ezra en Nehemia, getuigt van een feestelijke gebeurtenis. Terug uit de ballingschap in het eigen land en beschermd door de pas opgebouwde stadsmuur, worden alle mensen, wordt heel het volk verzameld. Hoe ik mij de aantallen ook moet voorstellen. Mannen, vrouwen en kinderen. Ze gaan zitten. Het boek, de boekrol wordt geopend door Ezra en hij leest de wet van Mozes. Het was lang geleden dat het versplinterde volk, alle mensen, weer sámen, zoals wij hier, dezelfde woorden hoorden en ter harte namen.

De vreugde spat eraf. Er vloeien tranen. En ter ere van de Eeuwige is er feest. Feest van het Woord. Feest van herkenning en ontroering.
*Verhalen uit de Bijbel kunnen je plots raken, aanraken. Soms is een splinter al voldoende. Misschien herkent u dat. En heeft u een huwelijksbijbel met voorin de tekst van uw keuze destijds. Of van Belijdenis of Vormsel. Zelf gekozen, of ontvangen. Maar zo’n stukje, een enkel vers, kan als het ware in je gaan zitten. Bij mijn Vormsel, als volwassene, werd in mijn Bijbel geschreven: “zij waren als schapen zonder herder. En Hij- Jezus als Herder- begon hen te onderrichten”. Uit het Markus Evangelie. Een enkel vers, maar het roept een heel betekenisveld op.

*Op deze “zondag van het Woord” wordt in de San Egidio gemeenschap in Rome, en misschien overal waar een Egidusgemeenschap is, aan het einde van de eucharistie niet alleen de gemeenschap weggezonden. Elkeen houdt zijn Bijbel omhoog voor de zegen over Gods woord in het persoonlijk leven.
De San Egidio, hier Egidius genoemd, een naam die u misschien kent, wordt gevormd door mannen en vrouwen die gewoon hun baan hebben, maar daarnaast zich toeleggen op gebed en de zorg voor de armen. Zij, de armen en daklozen, worden als gasten ontvangen. Zij vieren samen met de gemeenschap de tafel wordt feestelijk voor hen gedekt en zij worden aan tafel bediend met een warme maaltijd. Het kenmerk van de gemeenschap is het leven met de Bijbel in de ene, de krant en het concrete leven in de andere hand. Zoals de priester Mesters in Brazilië doet. En waar mensen troost putten uit de Schrift. Zoals iemand zei: maar…dit gaat over mij! Ook aan mij wordt onrecht gedaan!

De symbolen hier op de altaarkaarsen met de tekst “Pelgrims van Hoop” verwijzen naar het heilig Jaar 2025. Ik weet niet of u er op TV iets van heeft gezien. Paus Franciscus, die op de gesloten deur slaat die zich opent. Een indringend en heel sereen moment. En achter hem ál die mannen, vrouwen en kinderen, alle mogelijke klederdrachten, kleuren, rassen. Zingend achter hem aan: Vlam van Liefde, hoop die ons doet leven! Dat wij straks ook weer zullen zingen zoals in alle kerken wereldwijd dit hele jaar, in hun eigen taal. In Rome zijn de deuren van de vier pauselijke basilieken geopend. Maar de Paus opende óók een deur in een gevangenis in Rome. Opdat ook gedetineerden door de deur kunnen gaan.
Het gaat niet om de deuren. Het kloppen en het opengaan, ze staan voor leven met een OPEN hart, dat luistert, dat zacht probeert te blijven. Voor elkaar, misschien ook voor onszelf. Maar vooral voor de armen, materieel en geestelijk, in psychische nood. “Ik heb je bij de hand genomen”, zegt de profeet Jesaja. Om een licht te zijn voor de volken, om de ogen te openen van de blinden en gevangenen te bevrijden…” Het is God zelf die tot hen zegt: vandaag ben ik dicht bij jullie.

Wij zijn hier geen Egidius gemeenschap in strikte zijn. Maar zeker wel intentioneel. Ieder van ons werkt mee en bidt mee aan het helen van het gescheurde en geschonden schilderij. Om het Gelaat, van Christus? Van elke arme? zichtbaar te doen worden, de Hoop voor ons uit. Samen mochten wij het Vergeten Kind in de schijnwerpers zetten, zodat ook zij werkelijk een gelukkig Kerstmis zouden vieren. En ook ons gebed was voor en met hen. Het feest van het Woord. Dat is Jezus ’blijde boodschap voor ons vandaag. In Hem is Gods Woord vervuld dat wij mogen be- amen! En ik herneem graag het laatste gedeelte van het Evangelie, Jezus zelf die toto ons spreekt:
Hij heeft Mij gezonden om aan armen de Blijde Boodschap te brengen, aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken en aan blinden dat zij zullen zien; om verdrukten te laten gaan in vrijheid, om een genadejaar af te kondigen van de Heer…(….) Het Schriftwoord dat gij zojuist gehoord hebt is thans in vervulling gegaan(……) De laatste woorden van Mesters  in zijn parabel: Iets zegt mij, dat het een keer zal gebeuren. En dat zal de gelukkigste dag van mijn leven zijn. Want in dat Gelaat zit de sleutel van het leven de zin van ons aller bestaan  Amen

De brokstukken van het leven. Carlos Mesters O. Carm.

De feiten van het leven, de gebeurtenissen van elke dag, de dingen die er zo plaatsvinden op de wereld, dit alles is voor mij een gebroken schilderij, uit elkaar gevallen in ontelbare stukken, waar geen verband noch eenheid tussen te zien is. Het Gelaat dat er op stond afgebeeld, is niet meer herkenbaar. Het schilderij was al gebroken toen ik geboren werd. Ik heb het nooit heel gekend. Ik ken het Gelaat niet. Ik heb het nooit gezien. Maar toch weet ik dat het bestaat, want ik zie nog zijn trekken, verscheurd en geschonden, in die brokstukken van het leven. Het moet een heel mooi Gelaat zijn, want, zelfs verscheurd en geschonden, zijn zijn trekken nog zo rustig, zo gelaten en zo aantrekkelijk, dat ik er heimwee van krijg. Veel mensen zijn bezig, op verschillende manieren, om het schilderij te herstellen. Ik weet niet te zeggen of zij dat doen omwille van het schilderij op zich of omwille van het Gelaat. Toen dacht ik bij mezelf: Ik ga meedoen, en proberen dat verscheurde leven weer heel te maken. Ik wil dat Gelaat zien, dat me zo aantrekt. Soms lijkt het me alsof we er bijna mee klaar komen, En dan bekruipt me steeds de gedachte: ik moet dat Gelaat al eens eerder gezien hebben, maar ik weet niet meer waar noch wanneer. Zoiets duurt echter altijd maar heel even. Dan valt alles weer uit elkaar, en blijf ik weer met de brokstukken zitten. Toch blijf ik doorgaan, samen met de anderen, zoekend naar de ontbrekende stukken. Tot nu toe ben ik er niet in geslaagd. Maar iets zegt me dat dat een keer zal gebeuren. En dat zal – zo verzeker ik je – de gelukkigste dag van mijn leven zijn. Want in dat Gelaat zit de sleutel van het leven, De zin van ons bestaan en van onze strijd voor een betere wereld. Ik wil dat Gelaat zien dat me zo aanstaart en aantrekt vanuit de brokstukken van het leven.