Inleiding
Het is een grote titel die het zondagsboekje ons voor de eucharistieviering van vandaag meegeeft:
Liefhebben. Een werkwoord met een grote inhoud. Spontaan dacht ik er een uitroepteken achter.
Liefhebben! En dan klinkt het opeens als een opdracht! Straks, in de Evangelielezing, horen we Jezus zelfs zeggen dat het een nieuw gebod is: gij moet elkaar liefhebben.
Daar kunnen we ons heel wat bij voorstellen, verbeelden. In de voorbereiding op deze viering
heb ik geprobeerd dat ook te doen. Wat daarvan het resultaat is vertel ik u in mijn overweging.

Vandaag worden in Rome tien personen, die eerder zalig waren verklaard, heilig verklaard. Eén van hen is de Friese pater-Karmeliet Titus Brandsma. Brandsma is vooral bekend als verzetsheld tijdens de Tweede Wereldoorlog. Op 26 juli 1942 kwam hij in de ziekenboeg van Dachau om het leven.
Op 3 november 1985 werd hij door paus Johannes-Paulus zalig verklaard op basis van zijn ‘martelaarschap voor het geloof’.

Huub Welzen, de huidige prior-provinciaal van de Nederlandse provincie van de Karmelieten,
schreef over Titus:
“In zijn leven heeft Titus Brandsma de liefde tot God en de liefde tot de naaste verenigd”.
En ook: “En duidelijk is, dat hij het lijden heeft geaccepteerd als een consequentie van zijn keuze voor de liefde”.
Aan Jezus’ nieuwe gebod ‘Gij moet elkaar liefhebben’ heeft Titus Brandsma tot de dood toe gehoor gegeven. Wij herdenken en vieren deze nieuwe heilige met eerbied en respect.
Ik wens ons allen een inspirerende en liefdevolle viering!

Overweging
Misschien kunt u het zich uit uw lagereschooltijd nog wel herinneren: de juf of de meester leest een verhaal voor. En als dat goed gebeurt zie je als kind de beelden in je hoofd verschijnen. Ieder kind zal een andere voorstelling van het verhaal maken. Dat is natuurlijk anders dan samen naar een film kijken, want dan wordt er niet veel aan de verbeeldingskracht of de creativiteit van een kind overgelaten.
Als leerkracht op de basisschool vond ik het heerlijk om voor te lezen of om zelf verhalen te vertellen. Soms gaf ik na een vertelling de kinderen de opdracht om te tekenen wat zij in het verhaal hadden gehoord én misschien ook gezien.

Stelt u zich eens voor dat ik u nu een groot vel papier zou geven met kleurpotloden, vetkrijt of waterverf en u zou vragen de Evangelielezing te verbeelden. Wat zouden we dan zoal te zien krijgen?? Waar denken we aan bij dat nieuwe gebod?
Liefhebben zoals God, zoals Jezus, is een heel moeilijke opdracht, maar eigenlijk voeren we die wellicht vaker uit dan we denken. Wat zouden we zoal kunnen verbeelden?

Ik denk aan:
Mensen die elkaar door dik en dun liefhebben, trouw blijven. Ouders die grenzeloos voor hun kinderen zorgen. Ouders die zichzelf, hun ontspanning, hun wensen volledig negeren en hun leven helemaal wijden aan een ziek of gehandicapte kind. Mensen die hun werk en hun plezier opgeven
om voor hun zieke partner te zorgen. Allen die treuren wanneer een geliefde overlijdt, wanneer ze hun man, hun vrouw, een kind, hun vader, hun moeder verliezen. In hen allen leeft de onvergankelijke liefde die zich uit in blijvende trouw en herinnering. Een grenzeloze liefde is dat, zoals Jezus, zoals God liefheeft. Ja, ik zou – met mijn povere expressieve vaardigheden –
dergelijke uitingen van liefde en trouw proberen te verbeelden.

Maar al tekenend of schilderend vraag ik me af of ik wel in staat ben in alle omstandigheden lief te hebben zoals Jezus, zoals God liefheeft? Zo grenzeloos dat Jezus zelfs zegt: ‘Bemin uw vijanden.’ Dat is een uniek gebod! Het komt alleen voor in het christendom en Jezus past het inderdaad ook toe wanneer Hij op het kruis voor zijn beulen bidt: ‘Vader, vergeef hun, want ze weten niet wat ze doen.’

Kan ik dat, kunnen wij dat ook? Zijn wij ook in zulke omstandigheden in staat te houden van onze medemensen? Kunnen wij dus ook houden van mensen die ons bedriegen, bestelen, vreselijke leugens over ons op Facebook of andere social media publiceren? Kunnen de Oekraïners van Poetin en de Russische militairen houden die hun land kapot bombarderen, hun huizen leegroven, hun vrouwen verkrachten, hun steden verwoesten, mensen martelen en vermoorden?
Om even terug te komen op mijn tekening: zijn dat misschien die zwarte vlekken aan de rand of dat boze oog in het midden?
Waarschijnlijk kunnen de Oekraïners dat niet en kunnen wij dat ook niet: houden van mensen die ons allerlei onrecht aandoen. We zijn immers maar mensen, we zijn God niet, we zijn Jezus niet. We zijn wel kinderen van God, net als alle andere mensen, zelfs net als Poetin en zijn militairen.
Houden van zulke mensen kunnen we heel waarschijnlijk echt niet. Wat we wel kunnen is ons inspannen om Jezus te volgen wanneer Hij zegt: ‘Oordeel niet en gij zult niet geoordeeld worden.’

Als we daartoe in staat zijn, doen we tenminste al een poging om mee te bouwen aan een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, zoals Johannes die verbeeldt. Mee bouwen met God, met Jezus aan een wereld van liefde en vrede, want alléén zijn we daar echt niet toe in staat.
In al onze klein-menselijkheid kunnen we alleen maar op God vertrouwen, want zonder Hem brengen we er niets van terecht.
We hoorden het ook in de eerste lezing: Paulus en Barnabas trekken bij wijze van spreken de halve wereld rond om Jezus’ boodschap van liefde en vrede te verkondigen en dat kunnen ze alleen omdat zij ‘aan Gods genade waren toevertrouwd,’ zo staat het in de tekst.
Laten we ons daarvan bewust zijn: ook wij zijn toevertrouwd aan Gods genade. Niet alleen wij, maar alle mensen, dus ook mensen van wie we dat niet direct verwachten. Want ook tegen hen zegt God de Heer: ‘Zie, Ik maak alles nieuw.’ En wie weet, misschien zullen ze ooit naar Hem luisteren
en meebouwen aan een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want voor God is niets onmogelijk.