Gezegende mensen zijn wij.
Lezingen: Jer.17,5-8; Ps.1; Lc.6,(12-13).17.20-26
U heeft gehoord dat het met de lezingen een beetje anders is gegaan dan in uw boekje staat. Wij hoorden de prachtige psalm 1, de lofprijzing op de wet die heel het psalmboek ontsluit; over geworteld en verbonden leven. In vruchtbare grond en aan een stromende beek.
En Klaas las voorafgaand aan het Evangelie zoals het in uw boekje staat nog twee eerdere verzen, die wij bij het voorbespreken fundamenteel vonden: namelijk dat Jezus zich terugtrekt op de berg om er te bidden tot God, zijn Hemelse vader. En dat Hij daar de hele nacht bleef.
De berg in de Bijbel heeft ons altijd iets te vertellen. Voor veel mensen hebben bergen grote betekenis, Naarmate je hoger komt en het dal ontstijgt kom je los van de ruis van het gewone leven. Je moet je goed concentreren, opletten waar je je voeten neerzet. Het is niet zonder gevaar. Ook niet voor ervaren bergbeklimmers die een steeds grotere uitdaging zoeken.
Mensen die erover vertellen noemen de stilte, het vergezicht, het alleen zijn, en je ziet ze helemaal veranderen van gezichtsuitdrukking.
Zo is de berg ook een symbool.
Jezus gaat vaker de berg op om er alleen te zijn, om in te keren in zichzelf en zich te keren tot God. We weten van de berg Gethsemane.
Ook vandaag heeft Hij het gebed nodig, omdat Hij voor een cruciaal moment staat: de verkiezing van de leerlingen, hun toerusting en zending, in een omgeving die Hem en ook zijn leerlingen niet welgezind is.
De stilte van gebed en contemplatie kan rust geven en het kan gebeuren, dat er zich een weg opent, een weten dat het goed komt. Een richting om te gaan.
Na de lange nacht daalt Hij de berg af. Zijn leerlingen heten vanaf dát moment “apostelen”, wat “gezondenen” betekent. De werkers in de vlakte.
Hun vorming begint direct, op het veld met zijn ruis en menigte van mensen. Midden in het leven: Zalig,- gelukkig- ben je; zijn jullie; als je arm bent, als je hongerig bent… als ze je beschimpen.
Verheerlijkt Jezus armoede? Honger? Mensen die gepest, bedreigd worden?
Waarom deze woorden!
Maar vóórdat Hij zijn leerlingen toespreekt, deze gelukwensen, voor ze deze als zodanig kunnen begrijpen en verstaan- en ook wij- is het misschien goed om te lezen, dat kunt u thuis in uw Bijbel nalezen, wat er éérst gebeurt.
Op het veld zit een enorme menigte te wachten. Uit het joodse land maar ook de streken rondom. Mensen van allerlei slag dus. En Hij kan niet anders, dat is zijn wezen, dan naar hen luisteren, de zieken, naar lichaam en geest, de mensen die niets te makken hebben, de mensen die verlangen naar een woord, een aanraking, een zegen; de mensen die gezien hopen te worden, hunkeren naar aandacht.
Hoe herkenbaar is deze hunkering geweest en nog bij mensen met corona en hun dierbaren! Onderzoek, na zo’n twee jaren, wijst uit hoe traumatisch het was: niet je vader of moeder of partner mogen bezoeken in het verpleeghuis. De angst aan het begin was immers groot en de ziekte nog ongewis. Bewoners zien wegzakken omdat ze het niet begrepen, verzorgenden met mondkapje of ingepakt niet herkenden. Afgesneden…
Familie die niet de IC op mocht, geen fysiek afscheid maar waar mogelijk via smartphone of tablet.
Ook de mensen van de zorg hebben daar zeer onder geleden en deden wat ze konden. Met de kennis van nu wordt er gezegd: dit nooit meer!
Het ontroert, al die mensen bij Jezus op het veld. Hij laat zich beroeren. Hij kan niet anders. En misschien zijn van hieruit die vier zaligsprekingen en wee- spreuken te verstaan. Als kracht en als waarschuwing.! Weet waar je aan begint, als je mij volgt, weet waar je aan begint, als je om mijnentwil verstoten wordt. Als je Mijn weg wilt gaan.
De berg en het dal. Ons gebed en het dagelijkse doen van alle dag, dat is als het kruisteken dat wij maken, de verticale en horizontale verbinding, en dat er ons aan herinnert aan Wie wij behoren! Want ook voor ons vandaag zijn die woorden: Zalig, gelukkig, gezegend ben je, als je omwille van het Rijk van God, omwille van je levenszin, het goede zoekt voor de ander; zelfs als je dwaas gevonden wordt.
Ik dacht aan mensen die ons voorgingen! Martin Luther King met zijn beroemde woorden: I have a dream. Aan Rosa Parks, aan Dorothy Day. Aan Nelson Mandela ook. En zovele anderen. En boven alles aan Maria., Jezus’ Moeder, met haar Magnificat! God die de geringe verheft en rijken van hun troon stoot. Haar lofzang en protestsong
“Gezegend” staat er op ons boekje.
Gezegende mensen zijn wij. Dat wij kleine daden van goedheid kunnen doen, dat wij blijven staan, fier en rechtop. Omdat wij bij Jezus Christus horen en daarvan willen getuigen.
En graag wil ik afsluiten met een citaat van Dietrich Bonhoeffer, predikant die zich bleef verzetten tegen het Nationaal Socialisme en vlak vóór de bevrijding gedood werd.
“Het zal een nieuwe taal zijn”
Het is niet aan ons de dag te voorspellen- maar die dag zal komen-
dat er weer mensen geroepen worden om zó Gods woord te spreken
dat de wereld er onder verandert en zich vernieuwt.
Het zal een nieuwe taal zijn, volkomen areligieus misschien
maar bevrijdend en verlossend als de taal van Jezus;
de mensen zullen ontsteld zijn
maar zich gewonnen geven aan haar kracht,
een taal van een nieuwe rechtvaardigheid en waarheid,
een taal die vrede verkondigt tussen God en de mensen
en de nabijheid van zijn Rijk.
‘Zij zullen zich verbazen en verwonderen over al het goede
en het heil dat ik aan hen doe’(Jeremia 33,9)
Tot de tijd zal de zaak der christenen verborgen zijn en stil,
maar er zullen mensen zijn die bidden en het goede doen
en wachten op Gods uur.
Ik hoop dat jij één van hen zult zijn
en dat eens van jou gezegd zal worden:
‘Maar het pad der rechtvaardigen is als het glanzende morgenlicht.
dat steeds helderder straalt tot de volle dag’( Spreuken 4,18)
Zo zij het!