Inleiding
Maria heeft altijd een grote plaats ingenomen bij de gelovigen. De oudste kerken ter wereld zijn aan haar toegewijd. Tot op de dag van vandaag spreekt zij mensen aan. Sterker nog: voor velen is Maria soms nog de enige reden om een band te hebben met de kerk. Ze steken een lichtje aan bij haar beeltenis, in een kerk, een kapelletje langs de weg of een stil hoekje thuis. Zij weten Maria altijd dichtbij. Haar oor is gewillig, haar hart groot. Dat geeft mensen troost en steun.
Maria is door haar tenhemelopneming zelf deel uit gaan maken van de hemel, maar ze is ons mensen zo nabij, dat zij degene is die voor ons de hemel naar de aarde brengt en ons laat ervaren hoe groot Gods liefde is.

Overweging

Lezingen: Apok 11,19a; 12,1-6a. 10ab; 1 Kor. 15,20-26; Lc. 1,39-56

Een vuurrode draak met zeven koppen en tien horens en op elke kop een kroon. Een monster dat met zijn staart een derde van de sterren aan de hemel meesleept en ze op aarde smijt. Wellicht vraag je je af waar Johannes, de schrijver van het boek Openbaring, de fantasie vandaag haalt. Maar het is helemaal geen fantasie. Integendeel, het is keiharde werkelijkheid.
Want die draak staat symbool voor het monster dat door de eeuwen heen, tot op de dag van vandaag, de mens heeft geteisterd. Het monster van moord en doodslag, van honger en onderdrukking, van oorlog en geweld. Miljoenen mensen zijn door die monsters een gruwelijke dood gestorven. En de monsters leven vandaag gewoon verder. Ze houden dictaturen in stand, zaaien wereldwijd dood, armoede en ellende door het Coronavirus en brengen in Beiroet een vernietigende bom tot ontploffing. Nee, ook wij worden niet gespaard; we kunnen ook door zoveel monsters getroffen worden. De draak heeft veel meer dan zeven koppen.

Het klinkt allemaal maar triest op de feestdag die we vandaag vieren. Maar gelukkig is er ook het evangelie. En daarin maken we kennis met een jonge vrouw die door haar oudere nicht vereerd wordt, en die God zelf vereert. Van een engel heeft ze de boodschap ontvangen dat ze moeder zal worden van de Zoon van God. Een ongelooflijke boodschap, want wie is zij? En jong meisje van lagere stand. Dus helemaal niet van adel en nog minder van koninklijken bloede. En dat is revolutionair, want in die tijd telde een vrouw helemaal niet mee, en zeker een onbekend meisje van lagere stand niet. Het is dan ook niet verwonderlijk dat velen later niet aannemen dat Jezus de Messias is op wie ze al eeuwen wachten. “Is dat niet de zoon van de timmerman en Maria”? Vragen de dorpelingen zich af. Waar haalt hij dan de pretentie vandaan te denken dat Hij de gezondene van God is.

Dat Maria uitverkoren wordt toont aan, dat God het juist wel opneemt voor de kleinen en de geringen, en daar is zijn zich ook van bewust. Dat blijkt overduidelijk uit haar lofzang. Daarin juicht ze van vreugde omdat God welwillend neerziet op haar kleinheid, terwijl Hij hen de zich verheven wanen uitdrijft, heersers van hun troont stoot en geringen verheft Hij. Wie honger hebben overlaadt Hij met gaven, maar rijken stuurt Hij weg met lege handen.

Zusters en broeders, misschien zijn we er ons niet van bewust, maar dat Maria ten hemel is opgenomen geeft ons de heerlijke zekerheid, dat ook ons eeuwig leven wacht in Gods handen. Wat we daarbij niet mogen vergeten is, dat Maria in haar lofzang de weg naar eeuwig leven aanwijst. Dat is geen weg van macht, van trots, van eigenbelang, van rijkdom en bezit. Nee, het is een weg van nederigheid, van geloof, van vertrouwen in God die het opneemt voor eenvoudige, nederige, gelovige mensen.
Laten we bidden dat God ons bij zal staan op die weg.