Lezingen: Jes. 9, 1-3.5-6; Titus 2, 11-14; Lc. 2, 1-14
In het evangelie volgens Lucas zijn het de herders die horen over de geboorte van Jezus. Rond die herders bestaat ook een lied: ‘De herdertjes lagen bij nachte.’ Ik herinner me dat ik het als klein jongetje zong bij de Kerstboom die versierd was met Kerstballen en rode, gele, blauwe en groene lichtjes. Tegelijk herinner ik me ook dat ik het een verwarrende tekst vond die ik niet helemaal snapte. Het betreft vooral het tweede couplet:
‘Toen zij er te Bethlehem kwamen,
daar schoten drie stralen dooreen;
een straal van omhoog, zij vernamen,
een straal uit het kribje beneeên.
Toen vlamde een straal uit hun ogen 
en viel op het kindeke teer…’ 

Nou, hier ben ik de weg al helemaal kwijt. Het is voor mij een onnavolgbaar lichtballet.
Deze tekst roept in ieder geval een andere herinnering uit mijn jeugd op. De herinnering aan spiegeltjes waar we het zonlicht in opvingen, om te stralen in de ogen van iemand anders.
Ook met het glas van je horloge kon je zo op school het licht op het bord spiegelen. Licht in combinatie met glas of een spiegel kan dan een irritant effect opleveren.

Licht in combinatie met een spiegel kan wel vaker irritant zijn. Er is licht, zoals fel hallogeen-licht, waarmee je niet goed uit de verf komt. Enige tijd geleden ving ik een gesprek van een paar pabo studentes op. Zij hadden het erover dat er in de pashokjes van H&M goed licht is.
Je kunt daar, en ik citeer: ‘Goed zien of je kont een beetje lekker uitkomt in je nieuwe broek’ (einde citaat).

Het is dus prettig om goed licht te hebben om jezelf goed te kunnen zien. Ik denk bijvoorbeeld ook aan het licht bij de spiegel in de sacristie, om te kijken of je stola goed zit.
Bij goed licht is een spiegel niet zo confronterend. Dan is het wel fijn om een spiegel te hebben en in de spiegel te kunnen kijken. Soms kijken we onbewust naar ons spiegelbeeld. 
Bij het passeren van een etalage of een groot raam, spiegelen mensen zich vaak even in het glas; even kijken hoe je eruit ziet.

Deze beelden kwamen bij me op bij mijn bespiegeling van het woord ‘raambezoek.’ Bij een raam werkt het niet zoals bij een spiegel. Bij een spiegel heb je licht nodig om je spiegelbeeld goed te kunnen zien. Maar bij glas is dat anders. Voor glas heb je de duisternis nodig om je spiegelbeeld te kunnen zien. Het moet donker zijn achter het glas om je te kunnen spiegelen.

Hoe tevreden je ook bent met je spiegelbeeld, het is en blijft een weerkaatsing van een moment. In een spiegel zie je jouw buitenkant. Een spiegel toont het uiterlijk. Het kan hooguit voor een goede verstaander ook iets zeggen over het innerlijk van het spiegelbeeld.
Door een spiegel kun je niet verder kijken. Daar is glas voor nodig. In glas kun je als het donker is, je spiegelbeeld zien. Als het licht de duisternis overwint, als het licht is achter het glas, kun je door het glas heen kijken. Dan kun je vooruit kijken en kan er ineens een nieuw perspectief ontstaan.

Wat zou er met de herders gebeurd zijn als ze, toen in die nacht, op raambezoek moesten?
Wat zouden ze zien als ze door het raam van de stal naar binnen zouden kijken? Zou het te donker zijn om door het glas te kunnen kijken en zou het glas hun eigen spiegelbeeld weerkaatsen? Bezorgt het raambezoek hen een blik op hun uiterlijk of kunnen ze door het raam kijken en zich diep van binnen laten raken door het beeld van een pasgeboren kind in doeken gewikkeld, liggend in een kribbe? 

Binnenkant en buitenkant, het zijn ook twee kanten aan het Kerstfeest. Aan de ene kant het uiterlijke, de buitenkant van het feest; het lekkere eten, de mooie kleren, de Kerstboom en alle andere versieringen. Aan de andere kant de diepere betekenis van Kerst de diepgang van het feest; vrede op aarde, het licht dat de duisternis zal overwinnen woorden als hoop, liefde, samen-zijn, warmte. Misschien is het met Kerst wel net zo als met mensen.
Het is een zoeken naar de balans tussen de buitenkant en de binnenkant. Misschien is dit wel de spiegel die het Kerstkind ons voorhoudt. Juist in deze ingewikkelde bizarre tijd waarin we af moeten wijken van gebruiken die we zo gewoon waren met Kerst.

Durf in die spiegel te kijken en zie wie je bent: een mens die de moeite waard is. Dit spiegelbeeld, jouw uiterlijk, wordt mooi door wat je van binnen bent. In het licht van het Kerstkind kan dit zichtbaar worden. In dit licht kun je als het ware door de spiegel heen kijken en wordt de spiegel als van glas. De spiegel van het Kerstkind biedt ons een perspectief op toekomst. De profetie van Jesaja is de verwoording van zo’n perspectief.
Het zou onlangs geschreven kunnen zijn als een hart onder de riem voor ons. Wij die leven in een tijd waarin afstand houden en elkaar zo min mogelijk bezoeken de norm is. Een tijd waarin we moeten nadenken of we die arm wel om onze naast in nood durven en kunnen slaan. Misschien zijn wij momenteel wel dat volk dat in duisternis gaat. Misschien zijn juist wij het wel die in het donker van deze tijd snakken naar het licht het licht van het Kerstkind.

‘Want een Kind is ons geboren, een Zoon werd ons geschonken (…) En men noemt hem: wonderbare Raadsman, Goddelijke Held, Eeuwige Vader, Vredevorst.’ (Jesaja 9) Grote woorden, die uiteindelijk klein beginnen met de geboorte van een kwetsbaar kind. Kwetsbaarheid kan dus uitgroeien tot iets groots en krachtigs. Aan het begin van de vorige lockdown kreeg een oud-leerling van mij een zoon. Als antwoord op mijn felicitatie schreef hij deze prachtige woorden:
‘Buiten is inderdaad een andere wereld. Los van het zeer beperkte contact met familie, wat een groot gemis is, genieten we van de rust die deze situatie met zich meebrengt. Inderdaad is dit een waarschuwing van moeder aarde, met prachtige gevolgen als je het mij vraagt. Een ongekende relativering van de manier waarop we leven. Haarlem is in een dorp veranderd.  Men groet elkaar weer op straat, maakt een praatje op gepaste afstand in de zon. Gaat weer naar het bakkertje op de hoek voor lekkerder brood en een praatje. De rust is terug.’

Zo was het inderdaad in het begin van deze crisis. Het is inmiddels iets veranderd. We zijn ongedurig geworden, hebben korte lontjes. Ons geduld lijkt op te zijn. Daar kan het Kerstkind ons mogelijk bij helpen. De geboorte van een kind is een wonder. Dit kwetsbare nieuwe leven doet je verstillen. Die verstilling kan ruimte maken om op een andere manier te leren kijken. Ruimte om het leven vanuit een ander perspectief te bezien. Stilte, rust, ruimte om het leven te bespiegelen.

Durven wij ons te spiegelen aan het Kerstkind? Durven wij in de spiegel te kijken die het Kerstkind ons voorhoudt? De spiegel die misschien wel te vinden is in de ogen van een ander. Iemand die een tegenover voor jou kan zijn. Een ander die jou doet ervaren, dat het goed is dat je er bent. Dat er voor jou vrede mogelijk is, niet alleen in deze dagen rond Kerst,
maar juist in het leven van alledag. Dat zou pas echt een zalig Kerstfeest zijn.