U bent van harte welkom in onze heerlijk koele kapel op deze zomermorgen.
Het is de eerste groene zondag sinds het begin van de 40dagentijd.
Aan het altaar kleed kunt u dat niet zien, wel aan de stola’s van Br. Fons en Br. Jan.
“Gewone” zondagen”, waarin we Jezus volgen onderweg, vandaag met zijn leerlingen, van dorp tot dorp.
Het leven van iedere dag. Dat geldt ook voor onze omgeving. Onze buurman Gerrit heeft van het mooie weer geprofiteerd. Vorige week begon hij in de zeer vroege morgen met maaien, de hele lange dag door, met aansluitend hooi schudden en persen; klaar voor zijn vee voor de winter. En daarmee was het niet gedaan want begon het bij-zaaien voor de volgende oogst. Hoe die zal zijn is ongewis, met deze aanhoudende droogte en warmte. Onvermoeibaar doorgaan, ongeacht de uitkomst. Dat trof mij toen ik heel vroeg die ochtend buiten stond. Nú aanpakken. Er is werk te doen. Ook vandaag.  U kunt het opmaken uit de achterkant van uw boekje. en zeker ook het plaatje voorop.
Het gaat over: geroepen worden, je laten raken, bereid zijn om te dienen.
Wij gaan samen in vreugde vieren! En eerst bidden dat de Heer ons nabij en genadig is.

Overweging
Het is inmiddels zo’60 jaar geleden dat Jozef Cardijn, een Vlaams priester-arbeider en maatschappelijk werker, zich heel erg inzette voor de katholieke jongeren en een andere methode van  denken over de kerk, dat deze in denken en beleid zou uitgaan van het concrete leven van mensen in hun huidige realiteit. Hij ontwikkelde de methode van zien- oordelen- handelen. Misschien herinnert u zich dit nog. Wat moet ik doen, hoe moet ik handelen in de situatie waarin ik leef en vanuit het Evangelie.
De eerste brief van Paus Franciscus kreeg de titel: de vreugde van het Evangelie. Hij zette er de basis van zijn denken uiteen. Tot de huidige nog lopende synode van de Kerk. Met de titel: Vergroot de ruimte van uw tent! De Paus schrijft over de Kerk, niet eerst een gebouw van stenen, maar een gemeenschap van mensen, van ramen en deuren die open staan naar buiten; van doen wat nu gevraagd wordt in bidden, het Evangelie lezen en zorgen voor mensen… De Kerk als een Moeder met open armen en open hart. Waar ieder welkom is, om elkaar en om Jezus te ontmoeten. En die middenin de samenleving staat en relevant is. De kerk is, waar mensen in ’t voetspoor van Christus de liefde bewijzen aan elk mensenkind…
Wat deze Paus gaande houdt, is zijn gebed voor de wereld, studeren, de Bijbel lezen maar vooral naar de mensen gaan, luisteren en hen zegenen. In het bijzonder de armen, zij hebben zijn voorliefde en hij zou hen het liefst letterlijk- en dat heeft hij ook gedaan- allemaal in zijn armen sluiten. Die voorkeur heeft ongetwijfeld te maken met de tijd dat hij bisschop was in een arm bisdom in Argentinië, en hun nood heeft gevoeld en hun dagelijkse zorgen gekend. Altijd staan bij hem compassie én Jezus’ aanbod van genade voorop. En dit is dan een lange aanloop naar het evangelie van deze zondag.

Jezus roept zijn twaalf apostelen,  een voor een, bij name. Zij gaan uitgezonden worden, op missie, naar de verloren schapen van het Huis Israël, staat er.
Op het prachtige schilderij van het laatste avondmaal kunt u ze alle twaalf nog zien-
Ik had kunnen ingaan op de symboliek van het getal twaalf, op de twaalf verstrooide stammen van Israël. Ik stel mij echter graag voor, dat het er meer geroepen zijn; mannen én vrouwen, elk met eigen talent en charisma, zoals ze ook bijeen zaten in de Bovenzaal, wachtend op de heilige Geest, Maria en de andere vrouwen; en Maria Magdalena, de eerste onder de apostelen.
De reden van hun zending staat helemaal aan het begin: Het is Jezus’ mededogen, Hij is begaan met het lot van de mensen. Daar zit het Hebreeuwse chesed in, liefde; en rechamiem, barmhartigheid. We hebben wel eerder gezegd dat dat te maken heeft met je buik, je ingewanden. Je voelt het diep van binnen.

Deze week verging opnieuw en alweer (!) een boot met vluchtelingen. Een mededeling op het journaal, gruwelijk. Want: 500 x een mens, een man, een vrouw, een kind, een baby…verdronken. Een theoloog schreef deze week in Trouw: we zouden niet moeten spreken over “de” asielzoekers en vluchtelingen, laat staan “de” asielcrisis.  Maar over mensen die een toevlucht zoeken, een schuilplaats van veiligheid. Dat lost de zorg voor de grote aantallen niet op. Maar behoudt een menselijk gezicht! Van mens tot mens.

Dat is wel eens de angst die ook wordt uitgesproken, dat je afstompt, of wegkijkt bij het journaal, het niet meer kunt aanzien. Omdat het teveel is en je je machteloos voelt…
Hoe blijven we geraakt. Dat elk mensenleven telt. 
Er wordt gezegd en ik geloof dat, dat je ziel zetelt in je buik en dat een grote emotie of angst zich daar laat voelen. Jezus laat zich raken. Steeds opnieuw. Door mensen die wanhopig zijn, naar wie niemand omziet. “Als ik terug kijk op mijn leven en hoe het nu is… zei iemand, wat doet er nu toe”…Wat doe ik ertoe…heb ik nog moed? Mensen die niemand willen vragen, niemand willen belasten! Dat is precies wat Jezus voorstaat, aandacht, een toevlucht, dat Koninkrijk.
Hij kan het niet alleen. Dat is te veel en te zwaar. Hij heeft mensen nodig, die goed zijn toegerust. Want het gaat nogal over iets! Over dat Koninkrijk, Rijk van God, hier en nu; waar mensen het goed maken voor elkaar en niemand alleen loopt, over zorg en iemand tot wie je je in gebed kunt wenden. Ook Mozes, kon het niet alleen en moest delegeren aan 70 oudsten. Ook wij niet. Daarom zijn we hier samen. Toegerust met de Geest van Pinksteren. Want Jezus roept nog steeds, tot op vandaag. En we weten, alleen- sámen kunnen we het aan. En houden we het vol en houden we elkaar vast.
Het is niet mijn/ onze verdienste alleen. Jullie hebben mij, zegt Jezus eigenlijk. En jullie hebben in Mij elkaar. Om niet heb je ontvangen. Om niet moet je geven. En rijk of arm, ieder kan iets doen voor een arme, zegt Augustinus. En als jij het niet kunt, dan doe je het toch in de ander die het wél kan. Samen werken tot de oogst.  En nu kom ik terug bij onze buurman: zijn onvermoeibaar doorgaan op zijn land. Ongeacht de oogst. Hij zal er alles aan doen wat in zijn vermogen ligt, dat die goed zal zijn.  Maar verder moet hij het óverlaten. In deze droogte een groot risico.
Misschien is dat een mooi beeld voor het roepingsverhaal vandaag. Doen wat in je vermogen ligt. Onvermoeibaar. In aandacht, in kleine dingen, in kleine gestes. Voor Theresia van Lisieux, die ziek was, en weinig kon dan bidden voor de wereld, met grote toewijding,  werd dat haar kleine weg van geluk. Lidwina van Schiedam die wij deze week vierden, lag 38 jaar op bed maar kon toch vanuit deze positie dienstbaar zijn.
Geroepen worden bij je naam; je laten raken; erover nadenken wat je kunt doen en eraan gaan staan. Heel concreet. Verbonden met die grote gemeenschap van gelovigen wereldwijd. Jezus riep. Maar roept nog steeds. En wil ons inspireren tot nieuwe wegen.

Het is Adriaan Roland Holst die zo treffend schreef:
“Ik zal de halmen niet meer zien
noch binden ooit de volle schoven
maar doe mij in de oogst geloven
waartoe ik dien”.

Hoe uiteindelijk de oogst zal zijn… van ons leven?