Het staat nog op ons netvlies gegrift. De oude, eenzame paus, kwetsbaar op de trappen in het Vaticaan. De regen valt in stromen over de straten van de stad. In de verte sirenes van ziekenauto’s op weg naar het ziekenhuis met een coronapatiënt. Het was nog maar eind maart vorig jaar en we wisten niet wat er allemaal nog zou komen aan pandemie, lock downs, overheidssteun, isolatie en quarantaine en noem maar op. Het onbekende en onbeheersbare maakte ons bang. We wisten niet wat er allemaal nog kwam. Dat maakte ons angstig. Een medicijn was er nog niet. Alleen wat maatregelen om de besmettingen tegen te gaan. Anderhalve meter afstand, gesloten terrassen, handen wassen, bezoeken reguleren. En nog is er weer een golf en zijn er twee golven nodig om het virus te onderdrukken.

Even staan we als mensheid stil bij wat er allemaal is gebeurd en wat er nog staat te gebeuren. En ook die onzekerheid maakt ons bang, angstig. Angst voor de toekomst, angst voor het onbekende, voor het onbeheersbare.

En wat doen wij tegen die angst, wat kunnen wij? Alleen maar stil afwachten tot er een vaccin is. Eerder een bewust meewerken door de maatregelen in acht te nemen en eigen verantwoordelijkheid op te pakken. Wegen zoeken om zo goed en sociaal met elkaar om te gaan. We gingen en gaan naar verpleeghuizen om mensen te ontmoeten. We organiseerden bijeenkomsten om elkaar te bemoedigen en te troosten.

We zochten redding uit benarde tijden en oorden, We gaven mensen het vertrouwen in handen om ons te leiden naar die toekomst. We zochten voor onszelf en voor anderen woorden van troost bij de uitvaarten in kleine groepen. We zochten in de techniek naar wegen om elkaar toch te ontmoeten, en te vergaderen. En zo kwamen we die twee golven door. Hoewel? Hoeveel mensen hebben de strijd tegen het virus verloren. Al die families die naasten hebben moeten afstaan aan de dood. We zoeken redding bij mensen, dichtbij en ver weg. Ik las de regelmatig verschijnende bemoedigingsbrief van de bisschoppen. We luisterden geboeid naar de woorden van de koning. En we werden er door getroost.

We zochten ook redding in de natuur. Niet alleen door de wandelingen in de bossen, Daar was meer bewegingsvrijheid. Maar de natuur geeft ons ook kracht. De altijd maar rollende golven, de ruisende bomen, die vliegende vogels. Dat ging allemaal door, corona of niet. Dat gaf ons een beetje houvast, een steun dat niet alles verandert.

En bij God? Zochten en vonden we bij Hem steun en troost? De paus nam niet voor niets het verhaal van de storm op het meer, als uitgangspunt. In dit verhaal worden we geconfronteerd met de angst van  de leerlingen, de angst van ons. Het water gaat gruwelijk te keer, stroomt over het dek, ze dreigen te vergaan. Zoals wij dreigden te vergaan in de bestrijding van de pandemie. En dan Jezus, rustig slapend in de boot. Alsof er niets aan de hand is. De leerlingen zochten hun heil bij Jezus. Niet een oplossing, maar medeleven en medelijden zochten ze. Ze verwachten dat Jezus ook maar iets van emotie laat zien. De leerlingen vragen zich af het het Jezus wel iets doet, als ze vergaan.

Jezus komt hen tegemoet en brengt de storm tot bedaren; het water reageert. Jezus vraagt zich af hoe het komt dat ze geen geloof hebben. En dat greep de paus aan om de angst tot bedaren te brengen. Het vertrouwen en het geloof, maar ook zijn kwetsbaarheid, brengt redding. Niet door achterover te leunen en af te wachten. Nee, door daadwerkelijk samen de angst te overwinnen. En dat kan alleen maar door vertrouwen en geloof. Vanuit het vertrouwen dat de storm gaat liggen; komt het geloof dat er daadwerkelijk iets gaande is. Eerst vertrouwen en geloven, dan kunnen we ook zien dat dat geloof redding brengt.

Wees niet bang en wees dan ook elkaars steun. De leerlingen zitten allemaal in hetzelfde schuitje. Samen zullen ze er moeten staan. Samen zullen ze hun geloof handen en voeten geven. Het blijft niet bij mooie woorden en gedachten. De vele andere boten, ook in stormweer, zullen ook gered moeten worden.

Angstige mensen kunnen zo tot geloof gebracht worden. Wanneer we ervaren dat in de storm van ons leven, het vertrouwen wordt gezien. We bestrijden de corona alleen als we samenwerken. Samen worden we gered in de storm van ons leven. Daar mogen we op vertrouwen, daar mogen we in geloven, met Gods hulp.