Lezingen: Jer. 20,10-13; Rom. 5,12-15; Matt. 10,26-33

Inleiding
Afgelopen vrijdag was het hoogfeest van het Heilig Hart van Jezus. Gisteren stonden onze diensten in het teken van het onbevlekte Hart van Maria. Vandaar dat naast de standaard voor het Evangelieboek deze twee beelden staan opgesteld.

In deze viering probeer ik de gedachten rond de Schriftteksten voor vandaag te koppelen aan enkele gedachten rond het Heilig Hart. Rob de Nijs heeft een lied waarin hij zingt: “Er is geen banger hart, dan dat van mij.” De boodschap van Jezus voor vandaag is: “Wees niet bang.”

Laten we in deze viering luisteren met de oren van ons hart naar de teksten die vanmorgen in deze eucharistieviering centraal staan.

Overweging
In mijn ouderlijk huis hadden we een Heilig Hartbeeld staan. Dat was op zich niet vreemd. Bij veel van mijn vriendjes en vriendinnetjes stond thuis ook een Heilig Hartbeeld. De meeste beelden waren van gips, zoals het beeld bij de Evangeliestandaard. In mijn ouderlijk huis hadden wij een bronzen beeld. Dit beeld heeft nog steeds een plekje in het huis van mijn moeder.

Al die Heilig Hartbeelden hebben een uitwendig hart. Bij het schrijven van deze overweging bedacht ik me, dat ik dit als kind nooit vreemd heb gevonden. Dit hoorde zo. Ik heb nooit gedacht dat dit niet natuurlijk was.

Een andere herinnering aan het Heilig Hart brengt me bij de basisschool van mijn jeugd. Ik zat op een katholieke school van de zusters Franciscanessen van Oudenbosch. De dag werd geopend en afgesloten met gebed. Zowel in de ochtend als in de middag werden vaste formuliergebeden gebruikt. En de afsluiting was steeds: “Heilig Hart van Jezus, ik vertrouw op U”. 

Om eerlijk te zijn had ik geen idee wat ik zei. Een link met het beeld bij ons thuis had ik in ieder geval niet gelegd. Maar ik herinner me nog heel goed dat ik de woorden heel mooi vond. Die bede ademde een bijzondere sfeer uit. Het gaf me een gevoel van veiligheid en vertrouwen.

Op een gegeven moment had ik als kind een ritueel bedacht voor mijn avondgebed. Ik bad dit avondgebed niet op mijn knieën voor het bed. Ik lag in bed op mijn zij met mijn knieën gebogen om toch een beetje een kniel-houding te hebben. Dat vond ik blijkbaar toch wel horen. Ik had met god afgesproken dat ik tot Maria zou bidden. Op de een of andere manier sprak me dat meer aan. Mijn avondritueel was een mijmering richting Maria over de afgelopen dag. Dan volgde een Onze Vader en een Weesgegroet. Ik sloot af met de bede die ik op school had geleerd: “Heilig Hart van Jezus, ik vertrouw op U.”

Later is deze bede uit mijn repertoire verdwenen. Afgelopen vrijdag op het hoogfeest van het Heilig Hart van Jezus, kwam de herinnering aan die bede weer bovendrijven. Ook kwamen bij deze herinnering de gevoelens die daarbij hoorden weer terug.  Ineens kon ik het me allemaal weer haarscherp voor de geest halen.

“Heilig Hart van Jezus, ik vertrouw op U.” Het gevoel dat deze bede mij gaf, sluit heel nauw aan bij de tekst van psalm 91 die we als opening samen gelezen hebben: “God legt zijn vleugels van genade, beschermend om hem heen als vriend.” Hoe bijzonder, hoe mooi en intiem is dit verwoord.

Maar ondanks die beschermende mantel kunnen we behoorlijk gekwetst worden door het leven. De psalmist is zich daar blijkbaar heel bewust van zo blijkt uit het vervolg van psalm 91 waar staat geschreven: “En engelen zullen hem op handen dragen, door een woestijn van hoop en pijn.”

Het leven kan behoorlijk als woestijn ervaren worden. Want hoe groot je geloof in, en hoe groot je vertrouwen op de Eeuwige ook is, toch kan het leven onnoemelijk pijn doen. Sommige ervaringen in het leven zijn hartverscheurend, onbarmhartig hard. En vaak is het ook nog de ene mens die het de andere aandoet.

De afgelopen weken staat het nieuws in het teken van de strijd tegen racisme. We worden met onze neus op de feiten gedrukt. We hebben elkaar lange tijd verhalen verteld over onze helden, maar het is niet het hele verhaal geweest. Verhalen in de geschiedenisboeken worden voornamelijk verteld vanuit het perspectief van de heteroseksuele blanke man. Maar dit is niet het hele verhaal. Er is nog een andere kant aan het verhaal. “Black lives matter” is een leus die momenteel dominant is. Daar is volgens mij geen speld tussen te krijgen. Er zijn mensen die het lastig vinden om deze boodschap te horen. Maar ik denk dat de boodschap verteld moet worden.

Ook in de tijd van Jeremia waren er mensen die zijn boodschap lastig vonden om te horen. En als Jezus zijn apostelen toespreekt, op het moment dat zij uitgezonden worden om de blijde boodschap te delen met de mensen, waarschuwt hij hen om niet bang te zijn voor de mensen. De boodschap die zij mogen delen met de mensen is zo bijzonder, dat het van de daken verkondigd mag worden. Het is een boodschap die het bekende verhaal, vanuit een andere kant belicht. Het is daarmee een boodschap die misschien niet door iedereen gehoord wil worden.

Het is een boodschap die een beroep doet op ieder individu. Want dat is wat Paulus duidelijk maakt in zijn brief aan de Romeinen; één mens kan het verschil maken. Iedere mens doet ertoe: “Voor kleine mensen is hij bereikbaar, hij geeft hoop aan rechtelozen, hun bloed is kostbaar in zijn ogen, hij koopt hen vrij uit het slavenhuis” (ps. 72).

Jezus heeft in zijn leven laten zien wat hij als boodschap meegeeft aan de apostelen en waar hij ook ons, vandaag, toe oproept; Dat we tegen de stroom in, vol vertrouwen en met de butsen die daar soms bij horen, de boodschap van het koninkrijk van God blijven vertellen en proberen te leven. Als we mensen durven zijn met het hart op de juiste plaats dan moet het ooit goed kunnen komen. En we hoeven het niet alleen te doen. We mogen geloven in de steun van boven: “Heilig Hart van Jezus, ik vertrouw op U.”