Inleiding
U bent van harte welkom op deze prachtige zomerzondag in onze kapel; en op ons luisterrijke landgoed, vol van kleur en vogelgekwetter en gezang. Iemand zei onlangs: zoveel hoor ik er nooit! 
Zomer. Voor menigeen nu al of bijna vakantie. De kinderen van groep 8 spelen en zingen hun einde- basisschool musicals. Voor de een is vakantie een zegen, de ander ziet er misschien tegenop. Vakantie komt van: vacare, dat zoveel betekent als vrij zijn ván werkritme, de gewone dagdagelijkse taken, om vrij te zijn vóór: jezelf; even stil worden en opademen; voor de ander: je naaste, een zieke, iemand alleen; en voor God: in overdenking, gebed, dankbaarheid, verwondering…en ook: wat vraagt God van mij. 
Dat zijn ook de vragen die in de eerste lezing en het Evangelie centraal staan: 
we worden geroepen; om de hand aan de ploeg te slaan. “Er is werk te doen”. Ook in de vakantie…
Blijven we staan.
Of gaan we op weg.

Overweging
De lezingen voor deze zondag zijn gewoon voorgegeven in het missaal. We kiezen ze niet zelf uit. Wereldwijd wordt, ook op dit moment in alle Katholieke kerken dit Evangelie gelezen en gehoord. Blijde Boodschap, voor deze dag. Want dat is toch de betekenis van “Evangelie”.
En in elk gedeelte zit wel een pareltje, iets waarvan u zegt, waarvan ik zeg: dat viel mij nog niet eerder op, dat neem ik mee doorheen deze week.
Christenen worden “mensen van de weg” genoemd, een dynamisch begrip, en in elke tijd is het anders hoe wij Jezus’ boodschap verstaan, hoe ons leven en de gebeurtenissen kleur geven aan Zijn woorden.
Vandaag ligt het accent vooral in de spanning tussen vasthouden en loslaten, tussen op weg durven gaan en je willen laten roepen óf kiezen voor zekerheid -of vermeende zekerheid- Loslaten kan angstig zijn.
Daarmee is het een confronterend Evangelie, en een spiegel. Hoe geworteld ben je of hoe onthecht; wat is werkelijk van waarde. Elke mens hoopt toch op wat stabiliteit, de veiligheid van een eigen huis, relaties, mensen om je heen. Zou ik het kunnen: alles achterlaten, het onzekere tegemoet?
Jezus’ woorden klinken heel urgent en ook streng. De 1e regel maakt dat al duidelijk en in de NBV staat het m.i. nog explicieter: “De tijd naderde dat Jezus van de aarde zou worden weggenomen”.
Iets durven verliezen, achterlaten omdat iets of Iemand/iemand anders onweerstaanbaar trekt. Dat is roeping en die geldt, als levensopdracht, voor alle mensen, niet alleen kerkelijk werkers, ambtsdragers, religieuzen! En roeping is “hard werken”!

Dag Hammarskjöld, de bekende voormalig secretaris- generaal van de NAVO, schreef in zijn korte leven dagboeknotities, getiteld: Merkstenen, en hij was pas 20 jaar jong toen hij het volgende schreef:
“Anderen vinden rustplaatsen op hun weg, in de zon, maar dit is jouw weg. En het is nu, nu, dat je niet mag falen”
De hand aan de ploeg. De blik naar voor. Jezus kende het akkerland. Als je niet kijkt naar wat voor je is, zie je de stenen niet die het kostbare ploegblad kunnen beschadigen. Zonder ploegen geen voren. En diepe voren zijn nodig voor het zaaien van de gewassen, voedsel om van te leven. Hoe actueel is dat! In Oekraïne ligt er weliswaar een enorme hoeveelheid graan in silo’s, genoeg voor heel veel mensen en landen, maar door de blokkade bereikt het niet de meest kwetsbare mensen, in Jemen, in de Hoorn van Afrika. En ook het wereldvoedselprogramma van de WHO kan er niet bij. Miljoenen mensen en vooral kinderen hebben honger en krijgen onherstelbare tekorten.
De hand aan de ploeg… voor de vele vluchtelingen is het geen vraag. Voor hen is er alleen een vooruit! Zij kunnen niet terug. We zien dagelijks de beelden van mensen onderweg, met hun kinderen op de arm, en plastic tassen met schaarse middelen. Zij hebben geen keuze. Zij laten geen zekerheid van leven achter.

Vasthouden en loslaten. Een beeld van ons leven, een dynamiek die er dagelijks is in te maken keuzes, in kleine dingen. Het is als met twee handen zand. De stevig dichtgeknepen hand verliest onherroepelijk zand dat door de vingers wegglipt. De open hand laat het zand losjes in het kuiltje van de handpalm liggen. Een levensbeeld, een beeld van vertrouwen. Ons leven hebben we niet in de hand.
Niemand weet of er een morgen is. Er is wel het nu, vandaag.
En vandaag en elke dag vraagt ons ja of ons nee.

Als ik het Evangelie en ook het antwoord van Elisa tot Elia doordenk (wat een prachtig verhaal!), dan denk ik: het is goed om niet impulsief ergens achteraan te gaan. De media overspoelen ons met zoveel, dat je je machteloos voelt en niet weet wat te doen of waar te beginnen!
Het is goed om een kwestie waar we voor komen staan goed te doordenken. Ik word geroepen, kan ik het ook aan? Kan ik het waarmaken?
In roeping voor het pastoraat of religieus leven wordt ons “ja” beproefd en getoetst in een traject van verkennen, studie, in toeleiding en noviciaat.
Het behoedt ons voor onherroepelijkheid en ik denk dat het met Jezus’ leerlingen ook zo gegaan zal zijn.
Maar toch: laten we ons wegroepen uit wat wel genoemd wordt onze comfortzone? Laten we ons leven ontregelen… wat ons ook aan het denken zet?

Afgelopen donderdag 23 juni (Johannes moest wijken voor het Heilig Hart feest) vierden we het Hoogfeest van Johannes de Doper. Hij is patroonheilige, samen met Maria, van onze Orde. Ik “houd van St. Jan”. Dat klinkt wat vreemd. Maar ik bedoel heel eerbiedig, dat ik van zijn levensmentaliteit houd en dat die veel voor mij betekent. Hij was de Voorloper van de Heer; scharnier tussen de Testamenten; en we kennen hem als profeet van de advent.
Jezus werd door Johannes gedoopt in de Jordaan, op zijn eigen aandringen. Want Johannes voelde zich niet waardig zelfs maar de riem van zijn sandalen los te maken. Hij zegt letterlijk: Hij moet groter worden en ik kleiner. En Jezus op zijn beurt zegt van Johannes dat niemand groter is dan hij.

Ik begon met: in elk Evangelieverhaal zit een parel. Misschien is dat deze: als wij, met vallen en opstaan, met dommigheden en miskleunen, we zijn maar mensen, de andere mens groot maken, dan is dat de weg waarop de Heer ons roept, de pelgrimage van ons leven en geloof. Naar het Rijk van God. Dat voor ons uit ligt én midden onder ons is. Om een “Christusvormige” mens te worden. Daarom bidden wij.
AMEN