Er gebeuren in de wereld vaak dingen waar  je niets van snapt. Je kijkt naar beelden uit Oekraïne, en hoort gesprekken uit de Tweede Kamer, en denkt: waar gaat dit over? Vooral wanneer economen aan het woord zijn, gaat het over zaken die gewone mensen te boven gaan. Recessie, hypotheekafspraken, renteverhoging of -verlaging, schuldhulp, geldinjecties op hoog niveau, koopkracht. Ik raak de draad dan al gauw kwijt.

En dat had ik ook met het evangelie van vandaag. Toen ik van de week wat nadacht over dit verhaal, kwam ik er niet uit. Wie doet wat in het verhaal en waarom? Wat gebeurt er en wat zijn consequenties van handelen. Een antwoord heb ik niet gevonden, maar dat gebeurt wel meer bij evangelieverhalen. Het geeft eerder een denkrichting of een situatieschets, en dan van 2000 jaar geleden.

Ik stel me het zo voor, dat er iemand is, een invloedrijke man of vrouw, die een deskundige in dienst heeft. Een soort accountant, die alle geldzaken voor je regelt. Vanwege toestanden, slecht functioneren, wordt er met ontslag gedreigd. Die accountant ziet de bui al hangen en probeert zijn zaakje te redden. Een andere functie of andere baan, bedelen of spitten zit er voor hem niet in. Dus probeert hij in zijn huidige baan nog iets goeds te doen.

En hij stelt: iedereen die nog een hypotheek af te lossen heeft, hoeft per maand minder te betalen. Was de aflossing eerst 1000 euro per maand, de beheerder zorgt ervoor dat de aflossing slechts 750 euro is. Dat is gunstig voor de mensen met een hypotheekschuld, maar nadelig voor die invloedrijke man. Je zou dus verwachten dat de beheerder nu helemaal zijn baan kwijtraakt. De invloedrijke man zal er niet zo tevreden over zijn.

Maar niets is minder waar. Zoals zo vaak bij verhalen van Jezus, worden de rollen omgedraaid. De accountant wordt in ere hersteld vanwege zijn goedheid aan mensen. Hij gebruikt de middelen die hij heeft, geld en schulden, om een goede daad te doen. Ook al is het ten nadele van die rijke man. Door die actie wordt hij, zo staat het er, een kind van het licht, ook al gebruikt hij negatieve middelen.

Kortom, maar het is zeer discutabel, je kunt het slechte aanwenden om het goede te doen. Geld is op zich een objectief middel, maar je kunt er wel goede dingen mee doen. 

Als we vandaag de jaarlijkse vredesweek starten, is dit verhaal juist van toepassing op de schulden die de arme landen hebben bij de grootmachten. Via schuldsanering kunnen we de relaties tussen die landen weer voor een deel herstellen. Ook op kleine schaal zien we dat gebeuren bij initiatieven als ‘schuldhulpmaatjes’. Mensen leren dan hun zaken goed te beheren en krijgen dan schuldvermindering.

Het verhaal eindigt dan met de woorden: gij kunt niet God dienen en de mammon. Je kunt wel de mammon inzetten en gebruiken ten dienste van het koninkrijk van God. Daarom wordt de beheerder in ere hersteld. Hij was betrouwbaar en goed voor de mensen die schulden hadden. Maar uiteindelijk was hij ook goed voor de rijke man, die nu ziet hoe het ook kan.

Wanneer de grootmachten in de wereld, schulden of delen van schulden kwijtschelden aan de arme, misdeelde landen, staan ze in dienst van God. Worden ze kinderen van het licht. 

Zo heb ik geworsteld met dat Bijbelverhaal. Ik kwam er nog steeds niet helemaal uit. Het blijft iets van ver weg, van ooit en toen. Maar het zet ons wel aan het denken over de manier waarop wij met geld en goed, met de mammon, omgaan. Is bezit en geld het allerbelangrijkste in ons leven, streven we naar steeds hogere banksaldo’s, meer bezit, grotere auto’s en mooiere keukens? Staan er eurotekens in onze ogen te schitteren. Of is het zo dat we ons geld en goed inzetten voor de mensheid, voor het Godsrijk? Gebruiken we wat we hebben om het leed van mensen te verminderen, om zo voor iedereen die wereldvrede, maar ook die vrede in ons hart, te waarborgen. Dat zijn de vragen die het verhaal oproepen, vragen over hoe wij leven. En dan kan het wel eens zijn dat we dat geld en dat bezit inzetten. Inzetten voor een goede zaak…

Voor nu komt bij mij de vraag boven: hoe kijk ik naar die mammon; hoe naar dat Rijk van God? Is het ver weg, of is het vlakbij? Kunnen wij er iets mee?