Lezingen: Jes. 5, 1-7; Filip. 4, 6-9; Matt. 21, 33-43

De eerste vraag die bij je op kan komen als je dit evangelie leest is: als we lezen over de wijnbouwers, de pachters, bedoelt Jezus dan met de pachters het hele joodse volk? En wordt hier dan het hele joodse volk verworpen om alle moord en doodslag van een aantal mensen? Nee, maar we moeten het wel goed lezen, in de context van de tijd. We moeten ons niet laten leiden door onze normen. Wij vinden al snel dat er recht moet geschieden, dat er vergelding plaats moet hebben. Want als je nagaat wat die landeigenaar allemaal voor zijn wijngaard heeft gedaan, dan moet je wel zeggen: hij had er toch echt niet meer voor kunnen doen. Hij heeft de wijngaard aangelegd, er een omheining omheen gezet, er een wachttoren in gebouwd om diefstal te voorkomen, en er een speciale perskuip in gezet om de oogst van de druiven al op het land te kunnen persen. Meer had hij toch niet kunnen doen. En toch heeft hij van de wijnbouwers die zijn wijngaard bewerken niets dan ellende gehad. Want toen het tijd werd om te oogsten, dat moet ongeveer in deze tijd van het jaar zijn geweest, toen hij zijn mensen naar de berghellingen stuurde om die goede wijn in ontvangst te nemen werden ze mishandeld, gegeseld, ja zelfs gedood. En dat gebeurde ook toen hij voor de tweede keer dienaars stuurde. Dat gebeurde zelfs met zijn eigen zoon die uit de wijngaard werd gezet en vermoord.

Als je dit alles hoort is onze norm: hij zal dat die mensen wel radicaal vergelden. En dat is ook het antwoord van zijn toehoorders wanneer Jezus vraagt wat er met die wijnbouwers moet gebeuren. De landheer zal hen wel een ellendige dood doen sterven. Maar dat gebeurt niet.

Voor ons is nu duidelijk wat hier gezegd wordt. God heeft letterlijk alles voor zijn volk gedaan. En nu stelt dat volk Hem behoorlijk teleur. Maar Hij neemt geen wraak. Hij vergeldt het hun niet. Nee, Hij stuurt opnieuw zijn eigen Zoon, door Hem te doen verrijzen. Hij maakt Hem zelfs tot de hoeksteen waarop zijn volk kan steunen. Hij verwerpt het volk niet Hij maakt duidelijk dat alle volkeren God ter gaan. Op last van de Heer is dat gebeurd. en het is wonderbaar in onze ogen.  Jezus is niet de stukgelopen held, de vruchteloze verdediger van de armen, van de kleinen en de machtelozen. Hij mag dan ter dood zijn gebracht op aandringen van hen die het volk moesten leiden, maar God heeft Hem uit de dood doen opstaan. Dan wordt het leven en de liefde die Hij uitstraalt een deel van het leven van zijn leerlingen. Zij gaan zich spiegelen aan de houding van Jezus. Zij gaan inzien dat wraak en vergelding alleen maar meer ellende te weeg brengen. De houding van Jezus is het beeld van de zorg en de toewijding van de wijngaardenier. De zorg en de toewijding waarmee God de wereld en wat erop leeft, dus ook wij mensen, heeft geschapen.

Als wij onze behoefte aan wraak en vergelding niet langer projecteren op God maar leren van het voorbeeld van Jezus, de wijngaardenier, kunnen ook wij misschien wat afstand nemen van het maar ongenuanceerd een ander laten boeten, dan kunnen we misschien eens een keer afzien van vergelding en wraak. Dan wordt door ons niet meer uitgekeken naar vernedering van de machtigen. Natuurlijk vreet het aan ons om te moeten toezien hoe weerloze mensen de dupe worden van oorlog en geweld, hoe kinderen als soldaten worden ingezet, hoe bevolkingsgroepen elkaar op de meest verschrikkelijke manieren soms uitmoorden en ga zo nog maar door. Ieder van ons kan hier nog een rijtje ellende aan toevoegen.

Als we dat bereiken, dan kan ook de droom geloofwaardig worden dat er iets met ons kan gebeuren, dat we geen wraakgevoelens meer hebben, maar dat de liefde in ons echt een plaats krijgt. Dan mogen we ook hopen dat de vrede van God, een begrip dat alle begrip te boven gaat, dat die vrede in ons geboren wordt. Dan lukt het soms dat we inderdaad bidden dat de liefde in ons zal opbloeien of tot leven komen. Dan worden we zelf anders en zullen we ook anders naar de wereld kijken.
Dan hebben we ook geen behoefte meer aan een God die wraak neemt. Dan kunnen we echt gaan genieten van de goede wijn uit de wijngaard van de Heer.