Oekraïne, Rusland. 
Geweld, oorlog, gewonden in een veldhospitaal. De gewonden strompelen binnen, met kwetsuren aan elk denkbaar lichaamsdeel. Afgezette benen, armen. Mensen met bebloede gezichten, modder overal waar je kijkt. Hygiëne is ver te zoeken. Een hopeloze situatie, zonder hoop en zonder uitzicht. Ellende niet te peilen. En dan, zonder een aanleiding, een glimlach, een teken van leven. De soldaat en de verpleegkundige zien elkaar, merken elkaar op. Ze ontmoeten elkaar. Die glimlach doet wonderen. Niets alles is hopeloos, zonder uitzicht. Een sprankje hoop op een moment dat alles hopeloos is. Iets van een visioen: zo zou het ook kunnen: mensen die elkaar zien, elkaar horen, elkaar ontmoeten. Zo kan het ook: geen wapens en geweld, geen strijd en oorlog. Maar een lichtpuntje van herkenning. Zo kan het ook. Een glimlach van mens tot mens. Een Godsmoment waarin je ervaart dat het goed zal komen. Een visioen van hoop en gerechtigheid.

Syrië, Turkije. 
Natuurgeweld, instortende en ingestorte gebouwen. Mensen onder het puin. Radeloos en reddeloos. Een jongetje dat vastzit, opgesloten tussen beton en steen. Reddingswerkers die er alles aan doen om het jongetje te bevrijden. Hij zit vast en roept om zijn papa en mama. De reddingswerker die niet bij machte is het kind te pakken. Een paar centimeter die het verschil maken: onder het puin en ten dode opgeschreven of iemand redden en terugbrengen. En dan is er die schreeuw van blijdschap. Het jongetje leeft en kan bewegen. De reddingswerker reikt hem de hand, er is contact. Een Godsmoment als je ervaart dat het voorbij is. Het jongetje herenigd met zijn vader en moeder. Hun strijd was niet tevergeefs. Nog even en de drie, vader en moeder en het jongetje, zien elkaar weer, horen elkaar nog steeds. Een visioen van hoop en vertrouwen.

Jezus en drie van zijn leerlingen. Onderweg van dorp naar dorp. Alleen op een berg, helemaal van de wereld afgesloten. Jezus neemt hen mee om hen te laten ervaren hoe het zal zijn in het Rijk van God. Een Godsmoment voor Petrus, Jacobus en Johannes. Een moment dat zij ervaren dat God, die liefde is, zal stralen en van gedaante zal veranderen. Jezus weet zich gedragen door Elia (als profeet)  en Mozes ( als de wet) en uiteindelijk door God. Petrus wil dat moment vasthouden, maar dat is niet de weg die zij moeten gaan. Niet stilzitten, maar in beweging komen. Met de woorden van nu: ze glimlachen naar elkaar als teken van verwondering. Ze reiken elkaar de hand als teken van nabijheid.

Voor het jongetje was het visioen duidelijk: hij zal gered worden, die hoop blijft hij houden. Voor de verpleegkundige en de soldaat was het visioen duidelijk. Ze zagen elkaar, ontmoeten elkaar. Voor de leerlingen was het visioen duidelijk. Ze zagen een glimp van gerechtigheid en erkenning van Jezus. En voor ons?

In alle situaties is hoop en vertrouwen steeds het hoofdwoord; een visioen liet hen opstaan en vertrouwen dat het goed zal komen. Zelfs als alles doods en nietig lijkt; zelfs dan kun je spreken van hoop. Een lichtpuntje aan het eind van de tunnel; een knipoog van de een naar de ander. Hoe klein ook, de hoop zal overwinnen. En dat lichtpuntje wil je vasthouden vanuit die doodse situatie. Maar dat kan niet. Het lichtje, de hoop, kan alleen groeien als we in beweging komen, waardoor zaken veranderen. Want we staan op om de hoop te laten groeien. We hebben visioenen om dat te verbeelden. 

De wegwijzer laat ons de weg van hoop zien. We worden geroepen om Jezus na te volgen op een weg van gerechtigheid, liefde en trouw. We worden beproefd en merken dat het niet altijd even succesvol is. We verbeelden de hoop in een visioen van geloof, hoop en liefde. Een visioen van Jezus in zijn grootse glorie wanneer de liefde in zijn Rijk volkomen zal zijn: geen oorlog, geen geweld, geen rampen en natuurgeweld. Maar mensen die gezien worden, gehoord worden, ontmoet worden. Op weg naar levend water, op weg met open ogen om uiteindelijk te komen tot nieuw leven

Zo krijgt het rijk van God gestalte in u, in jou, in mij.