Inleiding op de viering
Het is de 3e zondag van Pasen en de 7e zondag op rij dat we samen, onze twee kleine conventen, de zondag vieren, zonder de fysieke aanwezigheid van onze kapelgasten, zonder hun enthousiaste meevieren en zingen. En dat blijft zo tot Pinksteren…
Een vreemde tijd…zoals Theo het vaak zegt. En dat kunnen we alleen maar beamen.
Al deze zondagen van Pasen klinkt het Halleluja. En ik denk dat we dat nodig hebben, dat we mogen worden opgericht, en opgewekt uit alle dood.
Zovelen leven met ons mee, ook op dit uur, in gedachten, of verbonden met een eucharistie op TV. Zoals velen ook het gebed vanwege Corona met ons meebidden.
Mogen wij vandaag, op de weg naar Emmaüs en terug naar Jerusalem onze verbondenheid ervaren.

De leerlingen van Emmaüs (Lucas 24, 13-35), Groeiend Paasgeloof.
Na het lezen van dit Evangelie zou je “Amen” kunnen zeggen en daarmee volstaan.
Het is een prachtig verhaal van de twee mensen op weg naar Emmaüs. 
Lucas is een begenadigd componist en verteller. Bijna aan het einde van zijn Evangelie krijg je de indruk, dat dit verhaal er nog ‘uit moet’. Dat het nog gezegd moet worden, voor Jezus ten hemel wordt opgenomen.
Het inspireerde talloze kunstenaars, schilders als Rembrandt bijvoorbeeld en Carravaggio, zijn schilderij staat hier bij het altaar (zie verderop). En ik wil daar aanstonds iets over zeggen…
En ook kunstschilder Franz Hazelzet (Stoutenburg-Noord) schilderde de Emmaüsgangers. Mieke heeft dit schilderij op haar kamer, twee mensen onderweg met iets als een gestalte tussen hen in. Prachtig van kleur:

Eigenlijk had Prior Klaas hier moeten staan! Het is het Evangelie van zijn wijding, nu bijna 16 jaren geleden. Op de voorkant van zijn liturgieboekje stond een heel bijzondere afbeelding, een sculptuur, misschien een beetje triomfalistisch, (als model) bestemd voor een tabernakel, ik denk voor het seminarie waar we logeerden. We maakten de foto op onze eerste internationale zustersbijeenkomst in Krakau 2004:

Het verhaal is beroemd en zijn betekenis in het Licht van Pasen wordt door Jezus als goede mystagoog volstrekt duidelijk.
Enkele gedachten over de twee mannen onderweg:
Lopen, onderweg zijn is voor veel mensen een goede beweging om te kunnen nadenken, om tot helderheid te komen, of een beslissing in een kwestie. Om na te denken over je leven, je geloof, over waar ik nu sta. Twee aan twee lopen kan een goede methode zijn om echt tot geloofsgesprek te komen. We hebben dat in ons Cursuswerk veel gedaan.
Misschien is dat ook zo bij de twee op weg naar Emmaüs. Ze hebben Jeruzalem achter zich gelaten; stad van hun idealen en hoop, die een stad van teleurstelling werd. Je zou kunnen zeggen: ze lopen weg van Goede vrijdag. Alles wat ze hebben meegemaakt met Jezus, alles wat hun leven richting gaf; waar ze vreugde aan beleefden. Het lijkt alsof er deksel ligt op alle herinneringen in hun binnenste.
Diepmenselijk en herkenbaar. Leven loopt meestal niet rechtlijnig.
Vertellen, op verhaal komen: De vreemdeling die zich onderweg bij hen voegt (wij hoorders en lezers weten dat het Jezus is) vraagt vol belangstelling naar hun situatie. Ze vertellen; hij is een goede pastor, maar Hij is vooral een uitstekende leraar. Hij wijst ze er na hun droevige verhaal stevig op, dat ze toch de Schriften kennen, van jongs af aan mee vertrouwd; wat er voorzegd is door de profeten; over de Messias; dat die verworpen zou worden, zou lijden en sterven . Maar door de Eeuwige, door God niet in de dood zou worden gelaten. Dat God ons liefheeft en de wereld liefheeft; dat Hij een God is van Leven.

Loslaten. Het is moeilijk te begrijpen, wat Jezus zegt, en tegelijk weten we hoe waar het is, dat pijn onontkoombaar is; en dat elke mens het leven eens moet loslaten. En dat het zomaar ineens afgesneden kan zijn. De dood van een lieve mens , dat zet je leven op zijn kop…
En je zou verlangen naar een teken. Van leven, óver de dood heen. Dat is toch wat ons gelooft ons leert.
Daarom misschien staan die twee Emmaüsgangers zo dicht bij ónze vragen, óns gevoel, ónze scepsis misschien. Want: waar lopen wij nú… tussen Jeruzalem en Emmaus of tussen Emmaüs en Jeruzalem…
Zien, met andere ogen.

Het schilderij van Carravaggio. 
Hij legt het tafereel in Emmaüs vast precies op het moment van het ontwakend besef, de herkenning bij de leerlingen. Jezus zegent het brood, spreekt het dankgebed en breekt het . Hun blik laat verbijstering zien! De één schiet uit zijn stoel omhoog, de ander spreidt in blijdschap wijd zijn armen. 
Gemeenschap. Een overweldigende ervaring. Vol vreugde maken ze haast, terug naar Jeruzalem, om het de anderen te vertellen. Om weer met nieuwe moed en élan bij de gemeenschap te horen.
Dan is het echt Pasen, dat de Levende altijd bij hen/ bij ons is. Met alles wat Hij heeft beleefd en ook heeft dóórleefd. Met alles wat wij beleven en dóórleven. En ons bijeen houdt. In de tekenen van Brood en Beker. In de woorden van de Schrift, dat boek van het Leven. Het meetrekkend Vaderland!
Met ook de Paaskaars in ons midden en het charter, want hier en nu, in deze wereld hebben wij onze eigen plek en taak en verantwoordelijkheid.

Pasen is: dat we elkaar helpen opstaan; hoe moeilijk dat soms ook gaat, als mensen van goed en kwaad. Want dat is wat Jezus deed en doet. Onze kapelgemeenschap is nu niet fysiek hier aanwezig. En we missen ze. Maar wel in de geest, thuis; misschien bij een viering op de TV of radio; en in het dagelijks ‘Coronagebed’ om 21.00 uur. En de vele berichten, tekenen van leven die we elkaar zenden. En waar wij geraakt worden door wat lieve mensen overkomt.
Ook dat zijn getuigenissen van Pasen.
Zij en wij, maken samen deel uit van die grote gemeenschap van God, die aanstonds eucharistie viert. Tot zijn gedachtenis. Totdat Hij wederkomt.
Graag sluit ik af met een citaat uit de Paasbrief van Generaal- Abt Jos Wouters:
“Het brood breken en delen, de wijn in de beker delen, zijn eenvoudige en zelfs kleine gebaren. Hun betekenis evenwel is uitzonderlijk en gewichtig. Tegen de achtergrond van een onverdiende dood en in een tijd van onrecht en dreiging, toont Jezus de liefde van God, de goedheid van zijn Vader. In Brood en Wijn biedt Hij zich aan aan de Vader en aan ons. Dit eenvoudige gebaar is een sacrament, want het is het teken van de diepe werkelijkheid van Gods onwrikbare liefde, van zijn tegenwoordigheid in onze wereld én in ons leven. het leven zelf, dat sterker is dan de dood”.
Amen