Lezingen: Deut. 18, 15-20; Mc. 1, 21-28

Inleiding
Oproerkraaiers, relschoppers, die zagen we een aantal weken geleden in Amerika bij de regeringsgebouwen. En we spraken er schande van. Is dat een geciviliseerd land, een land van democratie en vrijheid. En nu? De afgelopen week. Zijn wij in het geciviliseerde Nederland, dat prat gaat op zijn vrijheid, nu niet even geschokt? Is hier sprake van vrijheid, vrijheid van handelen? Vrijheid van spreken? We zien het in officiële bijeenkomsten, we zien het in de tweede kamer, we horen het op straat.  Zogenaamde vrijheid van spreken. Alles zeggen wat je wilt. We horen vandaag hoe Jezus de vrijheid krijgt om te spreken, spreken met gezag.

Overweging
“Hij geeft bevel aan de onreine geesten en ze gehoorzaamden hem”.
Hoe zou dat van de week zijn gegaan. Wie gaf er bevel? Wie volgden wie? Het is niet meer te achterhalen. De raddraaiers volgden blindelings de berichten op social media.  Ze volgden elkaar; groepsdynamica heet dat. Niet meer de eenling bepaalt wat er gebeurt, maar de groep als geheel. Stuurloos, richtingloos, zonder verantwoordelijkheid, zonder gezag.

En dat is wat Jezus wel heeft. Gezag. Hij heeft iets te zeggen en neemt de tijd en de ruimte om te spreken. Dat gebeurt wel meer, dat er iemand de vrijheid neemt om te spreken. Een burgemeester, een vader, een staatshoofd of een kerkelijk leider. Zij krijgen dan het gezag om te spreken en daarmee richting te geven. Wat er gebeurt als er niemand het gezag krijgt, maar ook niet de macht; dat hebben we gezien.

In de juridische hoek spreken we ook over vrijspreken. Dan wordt niet bewezen dat iemand schuldig is aan een misdrijf. Iemand die beschuldigd werd, wordt vrijgesproken.  De aanklacht wordt ingetrokken. De verdachte is vrij om te gaan. Wat beweerd werd wordt in vrijheid terggegeven. We kennen dat in de aloude formule bij de biecht: Hij schenke u door het dienstwerk van de kerk vrijspraak en vrede.

Jezus komt in de synagoge spreken, en hij heeft gezag. Niet zoals de schriftgeleerden, maar als iemand die gezag heeft. En daar blijft het niet bij. Hij gebruikt de ruimte die hij heeft om zijn leer ook in praktijk te brengen. En daartoe laat hij een man met onreine geesten, genezen. En zo komen woord en daad bij elkaar. Dat zouden wij ook wel willen: zo geloven dat daad en woord in één ruimte klinken.

De ruimte die je krijgt om vrij te spreken is afhankelijk van de mensen die jou dat gezag geven. Ook dat komt ons bekend voor. Het gezag wordt maar net geaccepteerd zolang de menigte dat toelaat. Als die ruimte te klein is, wordt je de mond gesnoerd, nemen anderen het over. Als de ruimte te groot is, komt er niets van terecht. Dan ontstaat er verwarring en agressie. Zonder gezag sta je machteloos.

Gezag krijg je als je iets te zeggen hebt, krijgt. Macht wordt genomen. Spreken in vrijheid wil zeggen dat je kunt zeggen wat jou op het hart ligt. Het is echter altijd een begrensde vrijheid. Je kunt niet doen en laten wat jij wilt. De ander wordt dan beknot in zijn vrijheid. De grens ligt bij de tolerantie en de menselijke waarden en normen.

Gezag moet je niet alleen krijgen, je moet er ook om vragen; het aan de orde stellen. Het is een wisselwerking tussen degene die gezag krijgt en degenen die gezag geeft. Jezus krijgt hier gezag door zijn leer. Hij neemt de vrijheid om te spreken. Jezus vraagt om de vrijheid van handelen door de man te genezen.

Vrijheid van spreken krijgen zodat je jouw verhaal kunt vertellen, vrijheid van spreken accepteren. Jezelf ruimte geven en nemen. Vragen om gehoord te worden, vragen om een luister-houding. Vragen om antwoord. Hoor en wederhoor. God geeft die speelruimte om te spreken en te handelen. We kunnen dat ervaren als we hem aanroepen.
God geef mij ruimte als ik u aanroep.

We beluisterden na deze overweging een prachtig door Antoine Oomen getoonzette tekst van Huub Oosterhuis. Vanwege rechten staat hier alleen de eerste strofe. Het is de moeite waard de tekst op te zoeken. Helaas konden we geen youtube-opname vinden om een link te plaatsen!

Hoor mij (psalm 4)

Hoor mij Hoor mij, wees niet doodse stilte
Geef mij antwoord als ik roep.
Uit mijn afgrond hoor mij roepen:
Geef mij ruimte wijd als hemel.
Mens, hoe lang nog hou je vast aan
schijn en noodlot? Kom tot inkeer.
Hij geeft antwoord als je roept.
Hij geeft ruimte wijd als hemel.(………)