Inleiding op het evangelie van deze zondag:
U heeft een andere 1e lezing gehoord dan in het boekje stond en kunnen meelezen. Nu staan wij hier met drie, voor het lezen van het Evangelie. Het is wat vreemd en jammer, dat we midden in een gesprek tussen Jezus en Nikodemus terecht komen. 
De officiële liturgische tekst laat maar een klein stukje horen, terwijl de evangelist Johannes méér te zeggen heeft. En we gaan het helemaal lezen, uit de Nieuwe Bijbelvertaling.
Wie is Nikodemus, en wat betekent de slang. Naar wie moet hij opkijken. Hij is, wij zijn ‘van beneden’. Of toch niet? U hoorde het prachtige verhaal over Mozes en het volk van God onderweg. De slang is niet het aesculaapteken dat artsen soms nog op de voorruit van hun auto hebben. Maar de betekenissen raken elkaar, dat het gaat om genezing en leven!

Na het evangelie:
Een gesprek in de nacht, intiem, van aangezicht tot aangezicht. De nacht heeft zijn eigen sfeer. het donker kan je beangstigen, flarden van overdag, of momenten van de afgelopen periode of wat langer, kunnen je uit de slaap houden. Verdriet, verlies, spijt. Alles wat in ons hart kan opkomen, ook aan blijdschap. Een psalmtekst bijvoorbeeld die je ineens spontaan en uit je hoofd gaat zeggen. Het Onze Vader, of een wees gegroet. De nacht kan ook en misschien wel juist het stille moment zijn voor een ontmoeting met de Eeuwige! Nikodemus kwam in de nacht, met vragen die hij niet meer kon wegduwen. Overdag een zelfbewust lid van de Hoge Raad. In de nacht het gevoel, dat er iets in hem lag, dat nog ongeboren was, alsof hij het eigenlijke van het leven, waarom ben ik… uit het oog verloren heeft, gemist heeft. 

“Kun je me kwijtraken”, slechts vier woorden boven een hoofdstuk in een boek dat ik pas kocht. Over verlies en rouw en troost, maar ook over verlangen en verbinding. De woorden grepen mij meteen in de context van deze zondag. Woorden van verlangen: mag ik erbij horen? Mag ik bij jou horen? Woorden waar ook vrees uit spreekt: Jij verlaat mij toch niet? Woorden ook die kwetsbaar maken. Waarmee je toegeeft het niet alleen te kunnen.
Nikodemus had het zó kunnen formuleren, Kun je me kwijtraken? In het duister zoekt hij Jezus op. En mensenkenner Jezus neemt hem aan als geloofsleerling. Over wat dat betekent, het licht dat in de wereld is gekomen, maar dat mensen de duisternis, het kwade, meer beminden dan het licht. Over de waarheid doen…Over bij God horen. Pittige woorden. Waarvan de betekenis zich misschien gaandeweg zal openbaren, ook in ons leven. Maar de kern mag Nikodemus vasthouden, als een veilig anker:
Zozeer heeft God de wereld liefgehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon, zijn geliefd Kind naar de mensen heeft gezonden, om mens voor en met de mensen te zijn.

In Hem geloven, naar Hem opzien, is niet verloren lopen,
is niet kwijtgeraakt worden. Niet in dit/ ons leven, vandaag. Niet in het uur van ons sterven en het eeuwig leven bij God. Waarop wij hopen !

Het ligt niet aan onze prestaties. Het is de gave van de Liefde. Nikodemus kwam in de veilige omhulling van de nacht. Maar nadat Jezus van het Kruis is genomen en in het graf zal worden gelegd dat Jozef van Arimathea voor Hem heeft bereid, komt hij opnieuw naar Jezus, met kostbare mirre en aloë nu in het volle licht van de dag! Voorbij alle vrees. Met een nieuwe betekenis voor zijn leven. Dat zijn leven een diepe zin heeft. Zoals hij bedoeld is te mogen zijn. En wij bedoeld zijn. Zoals hierboven het altaar op het sobere kruis staat in griekse letters: LICHT en LEVEN!

Zr. Claris Angela Holleboom schreef een ‘Klein apostellied’ bij deze zondag:

Als ik mijn ogen dichtdoe zie ik Hem
Een hoge ster die de nacht lichter maakt
een koele dronk, een hand die mij aanraakt
Als ik mijn ogen sluit, hoor ik zijn stem
Mijn weg is zijn weg. Waar ik ben is Hij.
Ik vlucht niet meer, ik voer zijn woord
Ik draag zijn licht, ik breng Hem voort
Zijn weg is mijn weg. Hij denkt aan mij.