Lezingen: Openb. 7,2-4.9-14; 1 Joh. 3,1-3; Matt. 19,1.23-27a
Inleiding
Welkom allemaal in onze kapel. Het is alweer november. Hoort… de wind waait door de bomen. En ja, omdat de ramen open staan, waait zelfs hier in huis de wind. Tijdens iedere eucharistieviering komen we als kerkgemeenschap, als gods volk, bij elkaar. En tijdens elke eucharistieviering, ook straks na de overweging, belijden we samen ons geloof. In deze geloofsbelijdenis bidden we iedere week: “ik geloof in de gemeenschap van de heiligen…” Maar wat zeggen we daarmee? Waar geloven we dan in? 

De eerste lezing van vandaag, uit het boek openbaringen, is geschreven in een prachtige beeldende taal. Tegelijk is die taal voor ons misschien wat lastig. Mogelijk is er gebruik gemaakt van beelden die we tegenwoordig niet meer zo makkelijk kunnen begrijpen. De beelden kunnen ons misschien wel op het verkeerde been zetten. Zeker als we het evangelie erbij betrekken, waarin gesproken wordt over de belofte van het Rijk der Hemelen. De beelden in deze lezingen kunnen onze blik naar omhoog doen gaan, gericht op de hemel en wat daar zou kunnen zijn. De vraag is of we met die blik naar boven ook wegkijken van het hier en nu. Dat we daarmee loskomen van de concrete werkelijkheid.
Daar wil ik met u over nadenken in de overweging van deze viering. Daarbij zal ik naast de Schrift gebruik maken van één van de bekendste heiligen van ons land.

Overweging
In mijn herfstvakantie had ik een hele grote reep gekocht. Want een week later, in de herfstvakantie van de regio zuid, kwam een nicht van zuster Janny met haar gezin een paar dagen bij ons op de boerderij logeren. De jongste zoon had net zijn eerste communie gedaan. Voor hem had ik die grote reep gekocht. Ik wilde deze aan hem geven zodat hij de bedoeling van de eerste communie in praktijk kon brengen. Omdat ik weet hoe gevaarlijk het is om chocola op mijn kamer te bewaren, had ik de reep in mijn auto laten liggen. Toen de familie van Janny na hun herfstvakantie weer thuis waren, moest ik de jongste zoon de volgende brief schrijven:

‘Wat vond ik het enorm gezellig dat jullie afgelopen week bij ons op de boerderij waren. Maandag vertelde ik je dat ik voor jou een reep had gekocht omdat jij je eerste communie hebt gedaan. Met die reep zou je de bedoeling van de eerste communie kunnen oefenen. Die bedoeling is zoals je weet: samen delen. Helaas was mijn chocoladetrek sterker dan mijn wil om te delen.

Omdat ik je beloofd heb dat ik het goed zal maken, stuur ik je deze envelop met inhoud. Helaas is de envelop te groot voor één reep. Daarom heb ik er maar twee in gedaan. Nu heb je nog meer om te kunnen delen met je broers.’

Als ouders ervoor kiezen hun kind te laten dopen, wordt het opgenomen in de grote familie van christenen. Met dit ritueel geven de ouders hun kind een richting voor zijn levensweg; gaan in het voetspoor van Jezus. Andere sacramenten en rituelen helpen om op het goede spoor te blijven. De eerste communie is daar een voorbeeld van. De catechese ter voorbereiding op de eerste communie helpt de kinderen om opnieuw extra na te denken wat het betekent om christen te zijn. Hoe je dit in je eigen leven in de praktijk kan brengen. De brief zal duidelijk gemaakt hebben dat ik nog heel veel te leren heb…

Naast deze speciale rituelen die ons helpen, zijn er ook een heleboel mensen om ons heen die ons op het spoor van Jezus kunnen brengen. Sommige mensen hebben dit in hun leven op zo’n bijzondere manier gedaan, dat ze uiteindelijk heiligverklaard worden. Maar wie is heilig genoeg om heilig verklaard te worden? In de tachtigjarige oorlog bijvoorbeeld was er een hoge katholieke geestelijke die nogal zijn best heeft gedaan om het proces op te starten dat nodig zou zijn om Balthasar Gerards,     de moordenaar van Willem van Oranje, heilig te laten verklaren door de Paus. Het is er niet van gekomen. Mogelijk omdat het politiek gezien bijzonder ingewikkeld zou zijn geweest. Wie zal het zeggen. Maar wat in ieder geval mee heeft gespeeld, is het feit dat er geen groep gelovigen was die hem als hun voorbeeld zagen, voor wie hij een bijzondere betekenis had gekregen. Rondom wie al een bepaalde verering was ontstaan.

Dat gaat blijkbaar wel op voor Carlos, een jongen van 15 jaar die afgelopen 20 oktober zalig is verklaard. De zaligverklaring is een stap richting een mogelijke heiligverklaring. Deze zalige Carlos heeft in zijn korte leven met behulp van computerprogramma’s met zoveel mogelijk mensen het wonder van de eucharistie willen delen. En blijkbaar is hem dat ook gelukt. Want na zijn dood in 2006, is hij voor veel mensen een inspiratiebron gebleven. Er heeft zelfs een wonderbaarlijke genezing plaatsgevonden op zijn voorspraak.

Juist dit delen wat Carlos deed, is het grote wonder van de eucharistie. Breken en delen, zijn wat niet kan, doen wat ondenkbaar is. Als er één heilige is die bij uitstek gekoppeld kan worden aan delen, is dat wel de heilige Nicolaas. Met behulp van deze bekende heilige wil ik illustreren waar het om kan gaan als we in de geloofsbelijdenis spreken over de gemeenschap van de heiligen. Om dit te doen, is het belangrijk te weten dat een heilige binnen de katholiek traditie iemand is die in de Geest van Jezus handelt.  De verwijzing naar Jezus is, in christelijk perspectief van de Drie- eenheid, uiteindelijk automatisch een verwijzing naar god.

Hoe zit dat met de heilige Nicolaas? Op de eerste plaats horen er twee grote verhalen bij de heilige Nicolaas die dit illustreren. Het eerste verhaal gaat over een boze herbergier die drie scholieren om hun geld vermoord had. De jongens werden in stukken gesneden, gepekeld en in een tobbe gedaan. Een engel bracht st. Nicolaas op de hoogte van de moord. De heilige begaf zich naar de herberg en wekte door zijn gebed de jongens weer tot leven. De verwijzing naar Jezus lijkt me duidelijk. Ook heeft deze heilige in zijn leven de uitspraak van Jezus: “het is beter te geven dan te ontvangen” helemaal doorleefd. Drie dochters van een arme edelman hebben geen geld voor een bruidsschat. ’s Nachts gooide de heilige voor ieder van hen een zakje goud door de schoorsteen naar binnen. Zo behoedde hij ze voor een leven in de prostitutie. Alle dochters trouwden keurig. Het is daarom dat we tijdens het sinterklaasfeest met pepernoten strooien.

Op de tweede plaats staan in sinterklaasliedjes verwijzingen naar Bijbelverhalen en daarmee via Jezus uiteindelijk naar God. Denk maar eens aan het lied: ‘Daar wordt aan de deur geklopt.’ De liedtekst verwijst naar het boek openbaringen waar staat:
‘Zie, ik sta aan de deur en ik klop;
indien iemand mijn stem zal horen en de deur opendoen,
zal ik bij hem binnenkomen 
en ik zal maaltijd houden met hem en hij met mij…’ (Openbaring 3:20).

Ook in het lied: ‘Hoor wie klopt daar kinderen’ zit een verwijzing naar de Bijbel. In dit lied staat de zin: ‘Het is een vreemdeling zeker, die verdwaald is zeker. ‘k Zal eens even vragen naar zijn naam: Sint Nicolaas, brengt ons vanavond een bezoek…’ Deze liedtekst verwijst naar één van de zeven werken van barmhartigheid:
‘Ik was een vreemdeling en gij hebt mij geherbergd’ (Mattheus 25:35).

Tot slot staat in het lied: ‘Zie de maan schijnt door de bomen’ de tekst: ‘Eerlijk zullen we alles delen…’
Daarin is een verwijzing te zien naar het boek Handelingen waar beschreven staat hoe de eerste christenen met elkaar leefden:
‘En allen die geloofden, woonden bij elkaar en bezaten alles gemeenschappelijk:
zij verkochten hun goederen en bezittingen en verdeelden deze aan allen, zoveel als ieder nodig had…’ (Handelingen 2:44-45).

Op de derde plaats geeft de naam van deze heilige Nicolaas nog een richting aan de betekenis van de gemeenschap van de heiligen. De naam Nicolaas bestaat uit twee delen: ‘Nico- ‘komt van het Griekse nikè (van de sportschoenen) en betekent ‘overwinning’ (het staat ook op ons kruis boven het altaar). ‘-laas’ komt van het Griekse laos en dat betekent “volk”. De naam Nicolaas betekent dus ‘de overwinning aan het volk.’ Het gaat om het volk, het gaat om ons in het hier en nu. Daarmee is de vraag die ik aan het begin van de viering stelde mogelijk beantwoordt: Het gaat er bij Allerheiligen niet om naar de hemel te staren en daarmee het hier en nu, de werkelijkheid van alledag uit het oog te verliezen. Heiligen wijzen ons richting Jezus en zijn boodschap. In de viering van vorige week stond het gebod van de liefde centraal. Deze zondag zijn het de zaligsprekingen. Als we liefdevol leven naar Jezus’ enige gebod en naar zijn zaligsprekingen, zíj́n wij als de gemeenschap van heiligen en kunnen we van de wereld een hemel op aarde maken.