We kennen Norbertus allemaal als vredesstichter. Op het grote schilderij in de Kapittelzaal in Heeswijk wordt hij daarom ook afgebeeld met een palmtak aan zijn voeten. In het wapen van abt Denis is de palmtak ook terug te vinden. Teken van vrede en gerechtigheid. Peter Nissen schreef een boek over deze godzoeker. Want daar waar twee of drie samenzijn, daar is God in hun midden. God als vrede, God als gerechtigheid.  En ik vroeg mij af, bij al die beelden van oorlog en geweld, die we de afgelopen honderd dagen voorgeschoteld krijgen in de media: wat zou Norbertus gedaan hebben in zo’n situatie. Hij als stichter van vrede. 

Om vrede te stichten zijn er drie partijen nodig. De twee die een conflict hebben en een derde die hen samenbrengt. Zou Norbertus de partijen in Rusland en Oekraïne bij elkaar gebracht hebben? Zeker niet door het uitvaardigen van sancties. Zeker niet door wapens te leveren. Zeker niet door partijen uit te sluiten. Maar hoe dan wel? Hoe zou Norbertus reageren? En vooral, hoe reageren wij, als volgelingen van Norbertus, als volgelingen van Jezus Christus? 

Norbertus was de derde partij. Niet een van de twee conflicterende partijen, maar als verzoener, als iemand die twee partijen bij elkaar bracht. We kennen hem als rondtrekkende prediker. Overal waar hij kwam bracht hij het conflict ter sprake, vanuit zijn gedachte van verbondenheid, gerechtigheid. Hij nam een standpunt in en verdedigde dat, waar hij ook kwam en hoe dan ook.  Als rondtrekkende predikant en stichter van gemeenschappen bracht hij stabiliteit in een tijd van verandering. 

Een tijd van verandering, een tijd dat het oude feodale tijdperk achter de rug was. En Augustinus, de regelvader, zei al: de tijden, dat zijn wij. Wat gebeurt is onze verantwoordelijkheid. Wij bepalen, door keuzes en verlangens, hoe de samenleving draait. Wij houden oude structuren vast of voeren veranderingen door. En Norbertus speelde daarop in. Door rond te trekken, door een orde te stichten, door aartsbisschop te worden, door conflicten tussen pausen aan te kaarten en op te lossen. 

Als wij, norbertijnen, hem navolgen, in zijn voetsporen willen gaan staan, dan is dat op dat vlak: actie en contemplatie; bidden en werken. Actie door in te spelen wat er in de samenleving gebeurt en dat voor God te brengen in gebed en zang. We zien dan ook, wereldwijd, dat er een bepaalde mix ontstaat; een verhouding tussen actie en contemplatie. Vanuit Frankrijk, Premontre, zijn de norbertijnen wat contemplatiever ingesteld. Vanuit Maagdenburg zien we meer de gerichtheid op de samenleving. We zien een verschil tussen bijvoorbeeld Frigolet en Hamborn.

En hier in Nederland, Heeswijk, Oosterhout, Harderwijk, Tilburg, zien we de verscheidenheid ook terug. Waar de één wat actiever overkomt, is de ander meer gericht op gebed en liturgie. Beide zijn aanwezig, maar verschillend in verhouding.

We zien verschillen en overeenkomsten. We blijven norbertijnen, hoe dat ook tot uiting komt in het dagelijks leven. In de dagelijkse gang van zaken komen de verschillen aan de orde, maar gaan we uit van de eenheid. Norbertus, als vredestichter, zal naar overeenkomst streven vanuit een grondtoon van vrede en gerechtigheid. Om zo de verschillen vruchtbaar te laten zijn, vrede waar mensen samen bidden, wonen en werken.

Mogen wij als volgelingen van Norbertus streven naar eenheid vanuit verscheidenheid. En laat ons blijvend gericht zijn op vrede en gerechtigheid.