De evangelielezing van vandaag is een onderdeel van een toespraak van Jezus tot zijn twaalf leerlingen, voordat zij uitgezonden worden om te verkondigen. Zij krijgen instructie wat ze moeten doen. Maar Jezus bereid ze ook voor op wat ze daarbij kunnen ondervinden. En in deze woorden vind je alles terug wat ook Stefanus, een uit Griekenland afkomstige jood, overkomen is. Als één uit de eerste groep diakenen wordt hij de wereld ingezonden. Maar door zijn afkomst is hij niet erg geliefd. Hij wekt de wrevel op van de gelovige joden die hem beschouwen als een leider van die nieuwe sekte die zij alleen maar zien groeien. Hij wordt ervan  beschuldigd de leer van Mozes te ondermijnen. In een lange rede voor de raad van joodse priesters zet hij zijn opvattingen uiteen. In tegenstelling tot dat waarvan hij beschuldigd wordt maakt hij duidelijk dat hij Mozes en de profeten hoog in ere houdt, maar dat het juist het volk is dat de woorden van Mozes en zijn navolgers in de wind slaat Stefanus’ beschuldigingen aan het adres van de godsdienstige leiders liegen er niet om; verzet tegen de heilige Geest, vervolgers en moordenaars van profeten, schenders van de Thora. Met als gevolg dat het volk roept om zijn hoofd. Waar zijn we dat eerder tegengekomen? Ook hij wordt dan vermoord, gestenigd, en net als Jezus vraagt ook hij God in de laatste ogenblikken van zijn leven om vergeving voor zijn moordenaars. Dat is andere kost dan de verhalen van de afgelopen dagen. We worden zo direct weer met beide benen in de harde werkelijkheid teruggezet. Er wordt ons een spiegel voorgehouden. We worden gevraagd duidelijk positie te kiezen. Speel je op safe en huil je mee met de wolven in het bos, of sluit je je zonder enige reserve aan bij de volgelingen van Jezus. Als je voor het laatste kiest, kies je beslist niet voor de gemakkelijkste weg.
Nog steeds worden op vele plaatsen in de wereld  mensen, die deze weg hebben gekozen, vervolgd, gemarteld en soms vermoord. Deze vervolging komst veelal voort uit een diepgewortelde religieuze haat onder mensen. Misschien geven alle mooie worden van de afgelopen dagen, de belofte van de komst van Gods goedheid op aarde, ons toch de moed door te gaan op de weg die Jezus ons voorgeleefd heeft. Als dat lukt komt er eens een tijd dat er een wereld zal zijn, waarin mensen ongeacht hun opvattingen over geloof en religie vreedzaam naast elkaar leven.