Categorie: Overwegingen

Tweede Kerstdag, feest H. Stefanus, 26 december 2023

De evangelielezing van vandaag is een onderdeel van een toespraak van Jezus tot zijn twaalf leerlingen, voordat zij uitgezonden worden om te verkondigen. Zij krijgen instructie wat ze moeten doen. Maar Jezus bereid ze ook voor op wat ze daarbij kunnen ondervinden. En in deze woorden vind je alles terug wat ook Stefanus, een uit Griekenland afkomstige jood, overkomen is. Als één uit de eerste groep diakenen wordt hij de wereld ingezonden. Maar door zijn afkomst is hij niet erg geliefd. Hij wekt de wrevel op van de gelovige joden die hem beschouwen als een leider van die nieuwe sekte die zij alleen maar zien groeien. Hij wordt ervan  beschuldigd de leer van Mozes te ondermijnen. In een lange rede voor de raad van joodse priesters zet hij zijn opvattingen uiteen. In tegenstelling tot dat waarvan hij beschuldigd wordt maakt hij duidelijk dat hij Mozes en de profeten hoog in ere houdt, maar dat het juist het volk is dat de woorden van Mozes en zijn navolgers in de wind slaat Stefanus’ beschuldigingen aan het adres van de godsdienstige leiders liegen er niet om; verzet tegen de heilige Geest, vervolgers en moordenaars van profeten, schenders van de Thora. Met als gevolg dat het volk roept om zijn hoofd. Waar zijn we dat eerder tegengekomen? Ook hij wordt dan vermoord, gestenigd, en net als Jezus vraagt ook hij God in de laatste ogenblikken van zijn leven om vergeving voor zijn moordenaars. Dat is andere kost dan de verhalen van de afgelopen dagen. We worden zo direct weer met beide benen in de harde werkelijkheid teruggezet. Er wordt ons een spiegel voorgehouden. We worden gevraagd duidelijk positie te kiezen. Speel je op safe en huil je mee met de wolven in het bos, of sluit je je zonder enige reserve aan bij de volgelingen van Jezus. Als je voor het laatste kiest, kies je beslist niet voor de gemakkelijkste weg.
Nog steeds worden op vele plaatsen in de wereld  mensen, die deze weg hebben gekozen, vervolgd, gemarteld en soms vermoord. Deze vervolging komst veelal voort uit een diepgewortelde religieuze haat onder mensen. Misschien geven alle mooie worden van de afgelopen dagen, de belofte van de komst van Gods goedheid op aarde, ons toch de moed door te gaan op de weg die Jezus ons voorgeleefd heeft. Als dat lukt komt er eens een tijd dat er een wereld zal zijn, waarin mensen ongeacht hun opvattingen over geloof en religie vreedzaam naast elkaar leven.

Hoogfeest van Kerstmis, 25 december 2023

“In het begin was het woord, en het woord was bij God, en het woord was God.” Zo opent Johannes zijn evangelie. Het klinkt heel plechtig. Maar ook heel abstract. 
Niet zo gevoelig als het verhaal van de hoogzwangere Maria en Jozef. Veel strakker dan het verhaal van de overvolle herbergen. En de voederbak met stro, waarin we gisteravond het pasgeboren kind neer hebben gelegd. Het zal niemand ontgaan dat deze ouverture rijmt met dat andere begin, het eerste hoofdstuk van het oude testament. Het scheppingsverhaal. In het begin schiep God hemel en aarde. De aarde was woest en leeg. Daarin komt orde door het woord dat God laat klinken. 
In het begin was het woord. En het eerste woord dat hij spreekt luidt: er zij licht. En er is licht. Als God spreekt, komt er perspectief, uitzicht, toekomst. Wij leven in een wereld die er vaak uitziet als een woestenij. Een onherbergzame wereld waar geweld en agressie de toon bepalen. Terreur en aanslagen zijn aan de orde van de dag. Oorlogsgeweld, nog maar nauwelijks te overzien. Mensen gaan elkaar te lijf, om schijnbaar onbeduidende redenen. Vluchtelingen sterven in zee. Diegenen die het halen zijn nergens écht welkom. Velen vragen zich vandaag luidop af of onze samenleving nog veilig is. Jonge ouders twijfelen bij hun kinderwens. Angstige woorden overheersen de publieke discussie. Gelukkig maken we het ook mee hoe de spontane reacties van mensen er één is van beheersing en verzet tegen al dat geweld. In alle sereniteit vaak. De stille demonstraties. Het spontane betoon van solidariteit . Een open deur. Het zijn tekenen die voortkomen uit een diepe, vaak onuitgesproken intuïtie. De intuïtie dat wij de wereld,  waarin geweld het voor het zeggen lijkt te hebben, kunnen open spreken in de richting van verstandhouding en verdraagzaamheid. Woorden die vasthouden aan geloof in een nieuw begin. Dergelijke woorden zijn onmisbaar. Dat geldt niet alleen in het openbare leven. Het is evenzeer waar voor ieder van ons persoonlijk. In onze relaties. Veel misverstanden en opgestapelde agressie komen voort uit onuitgesproken ergernis.  Onderdrukte irritatie. Woorden die er niet uitkwamen. Waartoe we onszelf niet in staat achtten. Het spreken van een woord is noodzakelijk om communicatie op gang te krijgen. Het kan, relationeel, inderdaad een hele opgave zijn. Het is soms als een geboorte, een bevalling. Het woord moet geboren worden. Het kost vaak pijn. 
Maar wie het lukt heeft een hele stap gezet. Waar mensen elkaar uitnodigen het woord te nemen, – ‘zeg jij het maar, ik zal luisteren’ – scheppen ze een kans tot nieuwe verstandhouding. Hier wordt doodse stilte doorbroken. Licht in de duisternis. Geboorte. Jonge mensen die de liefde ontdekken, laten er zich nog steeds toe verleiden een belofte uit te spreken. Ze doen dat met woorden die in de bijbel gelden voor de naam van God:  Ik zal er zijn. Op die manier maken ze iets goddelijks zichtbaar en tastbaar onder ons. En wanneer ze een kind krijgen, spreken ze zich uit als vader en moeder. Een belofte die geldt voor de rest van hun leven. Hun hele hebben en houden wordt er voortaan door bepaald: ‘ik wil voor jou een lieve moeder en een goede vader zijn.’ Daar willen ze niet meer van af.  Woorden die toekomst scheppen. De aanwezigheid bij een ziekbed, de veelzeggende presentie zonder dat woorden nodig zijn. Die sprekende nabijheid: ‘ik blijf bij je als het moeilijk wordt.’ Even wordt lijden draaglijk. De lijfelijke aanwezigheid als een woord van genegenheid. Een beetje licht, wat opluchting.
De bemoediging voor de aarzelende jonge mensen die volop met zichzelf aan het worstelen zijn op zoek naar hun identiteit. Elke jongere kent zijn of haar aarzeling, onzekerheid. Iedere ouder en grootouder weet hoe zenuwslopend dat gepuber kan zijn. Maar juist hier is elk woord van oprechte waardering onbetaalbaar, want dat geeft ze even dat vertrouwen in zichzelf: vertrouwen dat onontbeerlijk is. Alleen mensen kunnen elkaar met hun woorden tot leven roepen, tot vrijheid en verantwoordelijkheid. De evangelist Johannes brengt ons het verhaal over Jezus. 
Hij noemt hem het woord van God. Het woord dat licht brengt in de duisternis. 
Jezus spreekt mensen aan in hun mogelijkheden, in hun toekomst. Dat heeft Zacheüs de tollenaar meegemaakt, en de blinde bedelaar Bartimeüs, en de boetvaardige zondares, en nog zoveel mensen die er stilletjes naar hunkerden gezien en aangesproken te worden. Voor hen geldt: in het begin was het woord. En dat woord was licht in hun duisternis. Daarom is Jezus ervaren als iemand van een andere wereld. Niet vanuit een andere, voor ons onzichtbare wereld hierboven die even naar beneden komt. Het gaat om een andere wereld die helemaal niet ver weg is, maar die op ieder moment midden onder ons kan openbloeien. Waar onze ogen het licht zien dat in ieder mens schuilt. Want dat is de overtuiging waaruit Jezus leefde. Dat er licht is in ieder mens. Mogelijkheden. In ieder mens. Daarvoor is liefde nodig. En geloof. Liefde in ons hart en geloof in onze ogen. Zo worden woorden geboren die tot leven wekken. Misschien is kerstmis een gelegenheid om een beetje opnieuw geboren te worden met liefde in ons hart en geloof in onze ogen. Moge dat onze kerstwens zijn voor onszelf en voor elkaar. Ik wens u allen een zalig kerstmis!

4e zondag van de Advent, (zaterdag) 23 december 2023

Morgenavond al vieren we de komst van het kerstkind. Maar morgen is het ook de vierde advent. En we zijn al druk bezig met alle voorbereidingen op Kerstmis. De kapel is al volledig in kerststemming gebracht. Misschien is het dus wat moeilijk ons nog in de advent te voelen, maar laat deze viering een echte voorbereiding zijn op het geboortefeest van onze Heer Jezus Christus. Want wat leren ons de lezingen van vandaag?  Dat God ons nooit in de steek laat. In de eerste lezing horen we dat David een huis wil bouwen voor God, maar God laat hem via Natan weten dat hij verkeerd bezig is: niet David moet een huis bouwen voor God, maar God zal een huis bouwen voor hem. Dat is geen  huis van steen en cederhout, maar een huis dat leeft in de woorden en daden van de Zoon die Hij zal zenden. Het is over die Zoon dat de engel zich in het evangelie tot Maria wendt.  Hij zal de Zoon van de Allerhoogste genoemd worden en aan zijn koninkrijk komt geen einde.  En zijn koninkrijk steunt niet op wereldlijke macht, maar op goddelijke liefde. De komst van die Zoon, dat vieren we de komende dagen: God is niet als een machtig heerser onder ons komen wonen, maar als een kwetsbaar kind. Die boodschap brengt de engel aan het jonge meisje Maria, en hoewel ze meer dan waarschijnlijk niet begrijpt dat de engel allemaal zegt, antwoordt ze:  ‘Zie de dienstmaagd van de Heer: mij geschiede naar uw woord.’ Ze had zich vast, zoals veel jonge vrouwen, beslist een andere toekomst voorgesteld. Een toekomst waarin ze kon genieten van de uitbouw van haar verlangens en verwachtingen. Maar God vraagt haar niet haar eigen weg te gaan, maar zijn weg, en dat doet ze ook. Dat wordt ook aan ons gevraagd. Advent roept ons op ja te zeggen op Gods woord van liefde en vrede. 

Niet nu en dan, maar altijd. Niet alleen ja zeggen op onze eigen wenen en verwachtingen, maar net als Maria ja zeggen tegen Gods uitnodiging om zijn weg te gaan. We moeten daarvoor geen grote dingen doen. In ons doen en denken houden van God, van onszelf en van elkaar is daarbij ruimschoots voldoende. En dat houden van vergt echt niet alles in ons leven. Aandacht voor elkaar, bereid zijn te luisteren naar elkaar, kleine dingen doen voor onze medemensen, niet egoïstisch zijn, maar openstaan voor elkaar, zoals we openstaan voor het Kind in de kerstkribbe. Wat zou het heerlijk zijn als we dat zouden doen. Zusters en broeders, laten we ons inspannen om ook te zeggen: ‘Mij geschiede naar uw woord.’ Om ons dus echt in te zetten om de weg te gaan van liefde, vrede en gerechtigheid die dat Kind ons voorgaat. Dan zou advent echt overvloeien op Kerstmis, en zou dat feest een feest zijn om elke dag te vieren. Amen.

Hoogfeest Christus Koning van het Heelal, 26 november 2023

Inleiding
Een kapel vol symboliek deze zondagmorgen, de laatste zondag van het kerkelijk jaar.
En dat maakt het bijzonder, in meerdere opzichten.
Onze zusters en broeders van de protestantse kerken vieren deze dag “zondag Voleinding, of Eeuwigheidszondag. Zij staan stil bij hen die zij dit jaar verloren. Een betekenisvol woord dat verwijst naar voltooiing, ook onze voltooiing. Onze organisten zijn vandaag in verschillende kerken om op deze zondag te gedenken en om te dirigeren en begeleiden. Wij zijn deze zondag bijzonder met hen verbonden en zij met ons en wij zullen naar beste vermogen zonder muzikale begeleiding samen zingen.

Deze afgelopen week hebben we de kapel gereinigd en versierd. En u ziet- het was lang geleden-, we hebben het kruis omgedraaid, het mooiste dat wij in onze kapel bezitten. het is destijds door onze medebroeder- kunstenaar Jan de Kort ontworpen en het hangt hier sinds 1959. Een Grieks kruis een overwinningskruis., een kruis van hoop dat de dood niet het einde is. dat wordt gesymboliseerd door de gestileerde bloemen aan de uiteinden van de kruisbalken. Naar Jesaja: een twijg ontspruit aan een stronk… die dood lijkt! En centraal, als een verbinding tussen hemel en aarde, de figuur van Christus in een rijk koninklijk gouden gewaad. het feest van deze zondag. Een gouden mantel, majesteitelijk. Een kroon, maar tegelijk heeft de beeltenis iets kwetsbaar, deze Koning staat met wijd uitgestrekte armen. Als een gebaar van welkom. Maar ook van weerloosheid. “Komt, gezegenden van mijn Vader”…
Gaan wij in op zijn uitnodiging. Met onze grootsheid, maar vaak ook onze kleinheid of machteloosheid.
En Toch… wordt het Evangelie van deze dag in onze handen gelegd…Wordt Christus in onze handen gelegd. Mogen wij in grote dankbaarheid vieren, in Woord en sacrament, deze laatste zondag van het kerkelijk jaar.

Overweging
Ik koester een droom
dat de mensen op een dag
zullen opstaan en zullen inzien
dat ze geschapen zijn
om als broeders en zusters samen te leven

Ik koester de droom
dat op een dag
de rechtvaardigheid neer zal stromen
als water
en de rechtschapenheid
zal bloeien
als een machtige stroom

Ik koester de droom
dat in alle wetgevende lichamen
van onze staten
en in al onze gemeenteraden
mensen zullen worden gekozen
die rechtvaardig handelen
de barmhartigheid liefhebben
en nederig de wegen
van God bewandelen.

Ik koester de droom
dat op een dag
 de oorlogen ten einde zullen zijn
dat de zwaarden worden omgesmeed
tot ploegscharen
en de speren
tot snoeimessen
dat niemand meer aan oorlog zal denken.

ik koester de droom
dat we met dit geloof
in staat zullen zijn
om de raadszittingen der wanhoop
te verdagen
en nieuw licht brengen
in de duistere kamers
van het pessimisme.

Met dit geloof
zullen we de dag verhaasten
waarop er vrede op aarde zal heersen
en goede wil tegenover de mensen.

Het zal een glorierijke dag zijn
de morgensterren
zullen tezamen zingen
en de zonen Gods
zullen kreten van vreugde slaken
Ik koester een droom.


Dominee Martin Luther King, 1963. 60 jaar geleden. Maar zijn stem reikt tot vandaag. De droom die we nu herhalen op de derde dag van het bestand Israël- Gaza, met de uitdrukkelijke belofte om gijzelaars en gevangenen vrij te laten, hulpgoederen te brengen naar de gebombardeerde gebieden, om wonden te verbinden, dorstigen te laven, doden te begraven en kinderen goede voeding te geven, afleiding, spel.

Woorden van hoop ook, vanwege ons politieke landschap, waar groepen mensen zich onzeker voelen en bang te worden uitgesloten, onwelkom te zijn.

De lezing uit de profeet Ezechiël, door wie God spreekt, is bijna fysiek te voelen, en je ziet het voor je, hoe de Eeuwige wat is verdwaald, vermist, verstrooid,  tegen zijn/ haar  hart heeft gelegd.in onvoorwaardelijke zorg en liefde. Zoals de herder voor zijn schapen zorgt die weerloos zijn tegenover hun prooi. Zo goed is God.

In het Evangelie klinken opnieuw de werken van barmhartigheid. Vandaag heel radicaal en zwart- wit. Het komt erop aan er werk van te maken, ons te doen buigen over onszelf: hoe staat het er met ons voor. Hoe hebben wij Jezus dit jaar leren kennen, in zijn zorg en liefde, zonder aanziens des persoons. Jezus zegt vandaag niet: je zult. Dat zul jij ook doen, maar: Maar: IK had honger, Ik had dorst… Ik was vreemdeling. Hij vereenzelvigt zich met hen die zorg behoeven, arm zijn, het moeilijk hebben.
Omzien naar elkaar, hoe vaak we ook de fout ingaan, misschien onachtzaam zijn… is: omzien naar Hém. Die er ons mee helpt. Die in onze handen wordt gelegd.

De Koning Christus op het prachtige en kostbare kruis hier boven het altaar is zelf arm geworden, weerloos. Maar het kruis werd teken van hoop, kracht, moed voor velen; wórdt teken van hoop, en toekomst. 
Zijn vraag is: wie ben Ik voor U, voor jou. Welke plaats neem ik in in jouw leven

Totdat Hij wederkomt

Bij de inauguratie van president Biden stond achter een lezenaar een jonge, zwarte, krachtige vrouw, Amanda Gorman, een “sproken word” artiest. Zij sprak het gedicht: The hill we climb,  Misschien weet u het nog! Haar stem klonk bijna 60 jaar na die van Ds King. En even welluidend! Daaruit een kort citaat: 

De Bijbel leert ons dat iedereen
onder zijn eigen wijnstok of vijgenboom moet zitten
Zodat niemand hem nog bang kan maken
Als we voldoen aan de eisen van onze tijd
Wordt de zege niet gebracht door het zwaard
Maar door alle bruggen die we hebben geslagen

Ik koester een droom…
Amen

32e zondag door het jaar, 12 november 2023

Het kerkelijk jaar loopt op zijn eind. En dus zijn we ook bijna aan het eind van het Evangelie van Mattheus, het evangelie dat ons door dit jaar heeft geleid. Het boek is bijna uit, we zijn bij hoofdstuk 25 en er volgen nog maar drie. De slotwoorden van Jezus zijn allemaal verhalen en parabels over het einde van zijn leven maar ook van de hele menselijke geschiedenis. Kennelijk houdt hem dat al bezig. Jezus’ laatste woorden, vlak voor zijn lijden uitgesproken, zijn woorden die oproepen tot waakzaamheid omdat niemand weet wanneer en hoe dat einde zal zijn. De parabel die we zojuist hoorden is voor de meesten van ons bekend als de parabel van de wijze en dwaze maagden. We lazen zojuist al een modernere vertaling. Het woord maagd is plechtig, net zoals de woorden dwaas en wijs. Het citaat uit het boek Wijsheid dat we hoorden bevestigt dit beeld. Gelukkig kunnen we het woord ‘wijs’ ook vervangen door een beter woord dat bovendien nog Hebreeuws is; goochem.
Het is wat in waarde gedevalueerd maar het heeft het oorspronkelijke karakter van het Hebreeuwse chakom goed bewaard. Het is een woord dat met het handelen hier en nu te maken heeft. De wijze maagden, of liever gewoon meisjes of vrouwen, in onze parabel zijn geen vroom voortschrijdende prinsesjes maar gewoon, om het maar eigentijds te zeggen, gewoon goocheme meiden.  Vrouwen die doen wat er gedaan moet worden. En zeg nou niet; ‘wat zielig voor die anderen die niet naar binnen mochten’.  Het is een parabel en dan moet er duidelijk gesproken worden. In veel commentaren wordt de parabel van vandaag en ook die van de komende weken uitgelegd als een oproep tot waakzaamheid als de Heer bij zijn laatste oordeel komt. Veel mensen denken dan…. dat maak ik niet meer mee. 
Maar het zou wel eens dichterbij kunnen zijn dan wij denken. Als iemand zijn of haar stem niet verheft, kiest hij of zij voor een voortbestaan van alles zoals het altijd is geweest. Wij gelovigen hebben echter een roeping om op te komen voor recht en vrede, omdat, zoals het zo mooi gezegd wordt in het boek Exodus, er één is die zeker niet slaapt. Die Ene die niet slaapt, dat is die Ene die aan Mozes zijn naam bekend maakt; Ik zal er zijn. Mensen die wakker in hun tijd stonden waren de profeten die uitzagen naar een nieuwe wereld. Wachter, hoever is de nacht, roept Jesaja smekend uit. Een profeet ziet uit naar Gods nieuwe toekomst. Hij staat open voor vernieuwing. Hij wekt zijn hoorders op waakzaam te zijn. En we weten maar al te goed dat dat niet altijd lukt. Jesaja zegt;  “De rechtvaardige komt om en er is niemand die zich er iets van aantrekt”. Liever dromen de mensen weg, ze hebben de sluimering lief.” In het hele evangelie van Mattheus gaat het om de komst van het Rijk van God. Hoewel dat ‘rijk der hemelen’ heet komt het niet uit de lucht vallen, maar vraagt actie, dynamiek. God heeft, wil dat Koninkrijk komen, wakkere mensen, een wakkere kerk nodig. En, als er over de laatste dingen gesproken wordt in het evangelie is het alleen maar om ons eraan te herinneren dat het uiteindelijk slagen van Gods schepping afhangt van onze benutting van de kansen hier en nu. Van onze keuze hangt het af of de Heer ons onder de rechtvaardigen kan rangschikken of niet. Het evangelie van vandaag verteld ons twee dingen. Ten eerste dat we ons aan het voorbereiden zijn op iets leuks: het einde waar wij op wachten is niets droevigs maar een bruiloft feest. Ons leven is één grote voorbereiding op een feest, toch gezellig.  Het tweed punt is dat de beste voorbereiding voor het feest de nuchtere waakzaamheid is, hier en nu. Je zult olie in je lampje moeten hebben, je zult wakker moeten zijn en actief, al je dagen. Gesuft wordt er genoeg, in het klein en in het groot. Hoeveel mensen aarzelen niet iets te ondernemen waarvan ze eigenlijk overtuigd zijn dat het nodig is. Hoeveel komen niet tot een besluit en wachten maar af of een ander het misschien zal doen. Joodse rabbijnen leren ons: ‘het is niet erg als we bij wat we doen fouten maken, het enige wat echt hopeloos is, is als niets doen’. De Messias is verschenen, we hebben de Bergrede gehoord. Via Willibrord, Bonifatius, Liudger en al die andere verkondigers, we hebben ze in de afgelopen week allemaal weer herdacht, is de boodschap van Jezus ook tot onze streken doorgedrongen en zo zijn ook wij opgeroepen zijn woord serieus te nemen, te horen en te doen en wakker te zijn in deze tijd. Tot slot; Jezus heeft ons allemaal nodig. Als we hem goed verstaan komen we tot het besef dat alle hens aan dek nodig zijn: wij allemaal. Zolang er zoveel spanningen in de wereld zijn, klinkt het steeds duidelijker tot ieder van ons; kom in actie. En als het goed is komen we dan tot het besef;  Ja, ik ben nodig, ik moet iets doen. En als ik het niet doe, wie dan wel? En als ik het niet nu doe, wanneer dan wel? Van Maarten Luther is bekend dat iemand hem vroeg; Wat zou je doen als je wist dan morgen de wereld zou vergaan? Hij antwoordde: “ik zou vandaag nog een appelboompje planten”.

31e zondag door het jaar, 5 november 2023

Over een paar weken zijn ze er weer. De verkiezingen voor de leden van de tweede kamer. Met bijkomstigheid dat er ook een nieuwe premier zal komen. De afgelopen weken hebben we het ene verkiezingsprogramma na het andere gekregen en wellicht ook allemaal gelezen. Wanneer je het ene programma leest, krijg je de tranen in je ogen door de onechtheid van het geheel. Vooraf weet je al dat er van de plannen niets terecht zal komen. Maar er zijn ook programma’s die wat realiteitszin hebben. Zij zijn gericht op de samenleving en de problemen daarbinnen.

Ik zal u geen stemadvies geven, zoals vroeger wel gebeurde vanaf de kansel. Ieder heeft een eigen geweten en verantwoordelijkheid in deze. Sommigen hebben de gave en de verantwoordelijkheid als leider van het geheel. En leiders zijn overal nodig; in een voetbalclub, in een bedrijf, in de economie, in een klas kinderen, in de klimaatsverandering, in oorlog en vrede.

In de drie lezingen die we gehoord hebben, hoorden we van Maleachi dat er leiders zijn die regeren vanuit een angstcultuur. Daar hebben we allemaal van gehoord bij grensoverschrijdend gedrag. Paulus gaat niet uit van een dictatuur, maar van een empathische leider: zachtzinnig als een moeder voor haar kind. En Jezus spreekt over de plaats die leiders graag willen bekleden. Te vaak.

Als ik ze alle drie bij elkaar wil brengen, zie ik  leiders die zich verantwoordelijk voelen voor hun  mensen. Zij gaan uit van de mens zelf, niet van het product dat ze nastreven. Niet de leiders komen op de eerste plaats, maar de mensen aan de basis. Leiders zijn dienaren. Door dienstbaar te zijn neem je de leiding op je. Je zorgt er voor dat jouw mensen kunnen werken. Ze gaan uit van en voorwaarden scheppend handelen. 

De leiders die Jezus voor ogen heeft, zijn invoelend en zachtzinnig. Helder en duidelijk, zoals de grote koning. En uiteindelijk zijn ze eerlijk en trouw. Ze zijn zoals ze zich voordoen. Niet hoger of lager, maar naast elkaar. Samen werken aan je gemeenschap, waar er één de leiding heeft, maar wel in contact en via de basis. We kunnen spreken van de dienst van de leiding.

Maar dat is allemaal vanuit mensen geredeneerd. Jezus verkondigt de leiding van God. Je moet je geen rabbi laten noemen. Er is maar één meester. Er is maar één God. Je moet je geen vader laten noemen; er is maar één vader. De leiding van de wereld ligt in Gods hand. En daar waar God regeert, regeert de liefde. Dat is wat wij mensen te doen hebben: het werken aan het rijk van God, werkend aan de liefde tussen mensen. Geen hoog/laag structuur, maar een samenwerking van ieder die zich door God geroepen weet.

Leiders die voorwaarden scheppend handelen zijn direct te kennen. Ze staan midden tussen de mensen aan de basis. Hun taak is er voor te zorgen dat op de werkvloer menselijke, en daarmee, liefdevolle relaties ontstaan. Wat dan liefde is, hebben we vorige week gehoord. Zorgen voor de ander. Je niet mooier willen voordoen. Geen valse verwachtingen, geen nutteloze zaken. Een invoelende leider zal voor zijn mensen opkomen, in ziekte en bij tegenslag. Mensen die zo hun werk kunnen doen, hun actie kunnen voeren, hun spel kunnen spelen.

Wanneer we over een paar weken een keuze moeten maken uit de vele, vele partijen die een woordje mee willen spreken, zal dat niet eenvoudig zijn. Het verschil tussen sommige partijen is levensgroot. In dialoog en verbondenheid, in gesprekken en debatten, in propaganda en programma’s kunnen we meer te weten komen over de achtergronden van de toekomstige leiders van Nederland. Laten we bidden en hopen dat zij en wij de juiste koers kunnen volgen. In vertrouwen op de leiders van ons land.

30e zondag door het jaar, 29 oktober 2023

Inleiding
U bent van harte welkom deze zondagmorgen. De wintertijd is ingegaan, en dat gaf ons een iets langere nacht.
We gaan op weg naar de laatste zondagen van het kerkelijk jaar. De schriftteksten van deze zondagen zijn zo gekozen, dat ze ons aan het denken zetten over ons eigen leven en geloof, ons omgaan met elkaar, wie hij of zij ook is en ons handelen.
Vandaag heel nadrukkelijk met hen die onze zorg en aandacht vragen: de vreemdeling, de weduwe, en de wees. In onze tijd: zij die zich eenzaam voelen of weinig te makken hebben.
Fons en ik keken naar de afbeelding op uw boekje. Aquarellen van de theologe Marjet de Jong. Ze zijn vaak prachtig, soms heel duidelijk en soms staar je ernaar en zeg je: wat bedoelt zij nu juist met deze afbeelding. De vrouw met plunjezak en koffer, waar komt zij vandaan? Zij kijkt naar de man vóór zich…Maar deze op zijn beurt lijkt naar beneden te kijken. En ziet?…..Een afbeelding om lang bij stil te staan. En om straks het boekje mee naar huis te nemen!!

Laten wij met aandacht luisteren naar de woorden uit de Bijbel. Misschien helpen zij ons te verstaan.

Overweging
Ze was op het journaal. Haar foto stond in de krant. Kort haar , gegroefd gezicht.  Haar dochter tolkte voor de journalisten. Ze deed haar verhaal. De vrijgelaten gijzelaar van Hamas. 85 jaar. “Ontvoerd op een brommer. Geslagen” zei ze, tot ze in de tunnels waren. Daar werd ze goed verzorgd en gevoed. In dezelfde krant stond een foto, waar ze haar bevrijder, een Hamas strijder in de ogen keek en een hand gaf. Wat een kracht!!

In een boek van de Frans- Joodse rabbijn Marc- Alain Ouaknin las ik de zin:
De mens is verantwoordelijk voor de wereldgeschiedenis. En in het hoofdstukje dat daarop volgt:
Kijk naar het vonkje licht in de ogen van de ander. Als je de ander werkelijk ontmoet, zegt hij, zie je plots in die ogen een vonkje licht en dat weerspiegelt het vonkje in je eigen ogen. Het is een symbool uit de kabbala, een mystieke stroming. Het voert te ver om hier nu verder op in te gaan en ook de juiste kennis ontbreekt mij. Maar de gedachte is kort gezegd, dat toen God zich uit de wereld terugtrok- en de mens zijn verantwoordelijkheid gaf- er over de aarde vonken licht verspreid lagen tussen de mensen; vonken God.
Als deze vonkjes naar elkaar op zoek gaan, licht op zoek naar licht, dan begrijpt u, begrijp ik, wat onze levenstaak is.

We lazen uit het 22ste hoofdstuk van het boek Exodus, dat boek van uittocht en bevrijding… dat meteen de kern is van héél de Bijbel.
Enkele hoofdstukken ervóór kreeg het volk in ballingschap richtlijnen voor het leven in een vrij land.
Vandaag horen we woorden:
het recht van de vreemdeling
het lot van weduwen en wezen
het leven van geld en goed aan mensen in nood.

Een heikel punt. Zeker voor de verkiezingen. Een punt, met name asiel en migratie dat partijen en groepen sterk verdeelt.

De vreemdeling in bijbelse tijd, de “ger” in het Hebreeuws, sloeg op mensen die niet in Israël geboren waren maar er woonden en werkten, gesetteld waren. Vaak achtergesteld en niet goed behandeld… hoe actueel.
Bij alle drie de groepen gaat het om de sociale gerechtigheid. En ik denk: méér dan dit “gebod” om humaniteit, medemenselijkheid. De kwetsbaarheid van de medemens, die ook de onze is. Tientallen malen komt het voor in de bijbel, deze opdracht tot gerechtigheid. want: ook jij was vreemdeling in Egypte, zegt de Eeuwige bij monde van Mozes.
“Ger” betekent ook Bijwoner… en ons woord parochiaan is daaraan verwant. Ook wij, u en ik, zijn bijwoners, zijn hier tijdelijk. En alleen- voor onszelf- zijn wij niets. In de ontmoeting met de ander en de Ander, met een hoofdletter, krijgt ons leven kleur en zin.
Een “uitstapje” over zo’n ontmoeting:

Ik zat op een bankje, vlak bij een fontein, toen een man, zestig, schatte ik, naast mij kwam zitten. Ik had hem al in het park stevig heen en weer zien lopen. Hij wekte onmiddellijk mijn nieuwsgierigheid op. Wat had mij in hem getroffen? Zijn edele tred, de sereniteit van zijn blik. Die je opving, zelfs als je niet naar hem keek. Of zijn welwillende glimlach, die zijn gezicht deed stralen? Misschien dat alles. Maar zijn werkelijke geheim school in zijn oren. reusachtige oren, gemaakt voor een royale AANDACHT voor passanten, de natuur, voor woorden. Hij kwam stil bij mij zitten groette met een handgebaar en deed zijn ogen dicht: Zonder zich naar mij te keren vroeg hij: “wat leest u daar, jongeman”. 
En de jonge man, Ouaknin schrijft: 
we noemden elkaars naam niet, maar onze vriendschap duurde jaren. Hij werd mijn Meester. Hij leerde mij luisteren: wat is een woord anders, zei hij, dan een liefdesgeschiedenis? De man was een bekend filosoof.

Een groot open oor, open oog en open hart. Het Evangelie dat we mochten horen bevat maar enkele regels. Een groepering, kerkelijke leiders, probeert Jezus te strikken. En ik kan mij voorstellen hoe ze na zijn antwoord met een mond vol tanden stonden bij Jezus’ antwoord: “Je zult de Heer je God beminnen, met geheel je hart, geheel je ziel en geheel je verstand. En gelijkwaardig daaraan: de naaste als jezelf. Dát is Wet en Profeten!

Als u kijkt naar de afbeelding op uw boekje en het beeldje hier op het altaar (twee figuurtjes die elkaar aandachtig in de ogen kijken) dan weet u en dan weet ik waar het te diepste om gaat. dat vonkje licht in de ogen van de ander. Elk streepje aandacht kan ons leven nieuwe richting geven, zoals de filosoof op het bankje.

Donderdag ontving ik, ontvingen wij een bericht van overlijden. Een zeer wijze mens, met een groot pastoraal hart voor velen is gestorven. Ik dank hem voor zijn leven en de ontmoetingen! Zijn overlijden is niet onverwacht, maar dat maken schrik en verdriet niet minder groot. In een korte levensbeschrijving op de kaart stond een uitspraak die hem kenmerkte:
De grootste gave in zijn leven was, zei hij, dat hij van zijn connecties leerde, hoe het Leven (met een hoofdletter) in elkaar zit: het delen van liefde en pijn; verdriet en  vreugde. Is dat niet precies wat Jezus ons vandaag zegt?